- 36 -
betekenen. Heel belangrijk en daar gaat de discussie vanavond over, is dat
artikel 49 Wet Ruimtelijke Ordening. Dan toch ook even in de richting van
dhr. Bourdrez, daar waar hij zich altijd beroept op gedegen kennis, moet ik
hem toch wijzen op het feit dat waar hij zegt dat de rechter uiteindelijk
zal bepalen of er planschade wordt toegekend, dat is niet helemaal juist,
artikel 49 van de Wet Ruimtelijke Ordening bepaalt, dat de gemeenteraad
bepaalt of en dan vervolgens kun je dan weliswaar als je niet tevreden bent,
in beroep gaan, maar met name de overwegingen die de gemeenteraad hanteert
over het wel of niet toekennen, zijn ook voor de beroepsrechter en dat wijst
de jurisprudentie uit, maatgevend als je in dat traject niet zorgvuldig
genoeg bent, ja dan kunt u natuurlijk heel wat risico lopen. Dat geldt niet
alleen met betrekking tot artikel 49 van de Wet Ruimtelijke Ordneing. Dat
geldt ook voor zoveel terreinen. De raad is uiteindelijk de instantie die
een planschade al of niet erkent. Ik denk toch dat het goed is voor de gene
die daar niet zo mee bekend zijn, om dat te weten. Want dat geeft namelijk
een heel ander licht op de zaak waar het in wezen om gaat. Dan zegt hij
vervolgens ook nog ja; nu komen we weer op een vervelende wijze in de
publiciteit vanwege de financiële perikelen daarover, ik denk dat de
wethouder die de portefeuille financiën beheert, daar direct nog wel even
nader op in zal gaan. Ja, of je dan vervolgens er zo trots op moet gaan om
als volksvertegenwoordiger demonstratief afwezig moet zijn bij een officiële
handeling. Ik laat dat aan de fantasie van eenieder over. Ik denk dat je als
volksvertegenwoordiger de verplichting hebt om enerzijds als
vertegenwoordiger op te treden en anderzijds ook op een gegeven moment het
democratisch bestel om dat ook te respecteren.
Dhr. Bourdrez
Alles in de juiste tijdsvolgorde.
De voorzitter
Het is aan ieder voor zich hoe hij met dat belangrijke goed in ons bestel
omgaat. De discussie die nadien (23 april) heeft plaatsgevonden met Piusoord
over de inhoud, daar is een stevige discussie over geweest. Er is ook onzer
zijds geprobeerd duidelijk te maken dat we er toch erg veel waarde aan hech
ten om ondanks het feit dat vanuit het college van ziekenhuisvoorzieningen
daar onoverkomelijke problemen lagen, om daar toch te proberen om de tekst
als zodanig te handhaven omdat we dat ook zagen als een gegeven om vanuit de
opdracht van de raad, zijnde het maximaal afdekken van eventuele risico's.
Nu, over die risico's kun je verschillend denken, maar wij denken dat alles
gehoord hebbende, alles overwegende, dat het alleszins redelijk is om het ar
tikel met betrekking tot die planschade om dat uit de overeenkomst te schrap
pen. Dan met betrekking tot het ingediende amendement. Ik denk dat het amen
dement een inhoudelijk andere strekking heeft dan thans op het voorstel zou
slaan omdat in de overwegingen met name een aantal zaken genoemd worden die
al eerder in deze vergadering zijn afgehandeld. Dat daar ook duidelijkheid
over is en het is ook in die context dat het college de aanvaarding van dit
amendement ontraad.
Bestaat er behoefte aan een tweede instantie?
Nee, sorry; wethouder Utens zou nog even reageren.
Wethouder Utens
Ja, dat betreft vooral de passage die dhr. Bourdrez dan opnieuw naar voren
brengt alsof het college in strijd zou handelen met de Comptabiliteitsvoor-
schriften. Tijdens de behandeling van de begrotingsbeschouwingen heeft hij
aangegeven dat de comptabiliteitsvoorschriften met betrekking tot de geld
stromen niet correct toegepast zouden worden. Hij gebruikt daarvoor een