- 28 - duidelijk andere leest geschroeid zullen zijn, dat daarmee ook een nieuwe fase wordt ingeluid met betrekking tot grensoverschrijdende samenwerking. Dat dat met name ook is geregeld met betrekking tot grensoverschrijdende samenwerking tussen gemeenten. Belangrijk daarbij is dat voor het Europese beleid vanuit Brussel er in toenemende mate een verschuiving gaat plaats vinden naar zogenaamde regionale organen. Het is in die context dat binnen BENEGO de discussie is gevoerd om het bestaande BENEGO-verband om te zetten in een openbaar lichaam omdat ze op die manier ook kan voldoen aan de regels zoals die gesteld worden vanuit de EEG in Brussel. De verwarring ontstaat als men het statuut doorleest en daar allerlei zaken in aantreft waarvan men de indruk heeft dat die tot op dit moment niet zouden spelen. Ze spelen wel, maar op informele wijze. Met dit verschil dat op het moment dat het een openbar lichaam is, dat de regels die daar gesteld zijn natuurlijk een heel ander karakter hebben dan in de huidige situatie. Daar hoeven we denk ik geen misverstanden over te laten bestaan. Dan wordt met name gewezen op de financiële consequenties. Die financiële consequenties zijn er, op het moment dat er sprake is van een grotere taaktoedeling aan BENEGO, dan op dit moment het geval is. Op dit moment bestaat de personeelskosten voor BENEGO uitsluitend uit een vergoeding ten behoeve van de gemeente die het secretariaat verzorgd en dat is op dit moment de gemeente Etten-Leur. Het ligt niet in de bedoeling om nu eigen huisvesting te kiezen en een eigen apparaat op te bouwen. Als dat het geval zou zijn, dan heeft dat consequenties of mogelijk consequenties voor de bijdrage van de gemeenten en dat betekent dat daarvoor de deelnemers in dat openbaar lichaam daar een goedkeuring aan moeten verlenen. Dhr. v.d. Rijzen verwijst dan inderdaad ook naar die artikelen 14 en 15 in het ontwerp-besluitwaarbij ik denk ik al heb aangegeven dat de noodzaak om het nu om te zetten in openbaar lichaam met het oog op het eventueel verkrijgen van Europese subsidies die altijd gekoppeld zullen zijn aan het verrichten van bepaalde taken die aan dat or gaan worden opgedragen, waarbij ook in artikel 4 (meen ik) of artikel 5 staat dat de deelnemende gemeenten kunnen ieder voor zich een besluit nemen om bepaalde taken aan BENEGO over te dragen aan het openbare geld. Op dat moment praat je dan natuurlijk ook over eventueel financiële consequenties. Het heeft bij de aanvang nu zeker geen gevolgen met betrekking tot de huidi ge situatie. Ik denk zelfs dat er eerder een plus in zou kunnen zitten. Het zou wat te uitvoerig zijn om daar nu wat dieper op in te gaan, maar ik zou in dat verband ook willen wijzen naar de nieuwsbrieven die vanuit Brussel komen met betrekking tot allerlei zaken die in het kader van de situatie na 1 januari 1993 tot de mogelijkheden gaan behoren, waarbij met name de projec ten die een grensoverschrijdend karakter hebben tussen gemeenten, een hogere prioriteit zullen krijgen bij de toedeling van subsidiegelden vanuit Brussel dan tot nu toe het geval is geweest. In dit geval noem ik ook als voorbeeld wat wij een aantal jaren geleden hebben gedaan in het kader van de brandpre ventie op Hazeldonk. Dat is zo'n typisch voorbeeld van wat ook in de nieuwe situatie met steun van BENEGO tot stand zal worden gebracht, zij het dan niet meer toegespitst op twee specifieke gemeenten, hoewel dat tot de moge lijkheden blijft behoren. Maar dat dat veel meer gecoördineerd zal gaan wor den vanuit BENEGO. Dat betekent ook dat de bemoeiienis vanuit het provinci aal bestuur om te bewerkstelligen dat in het geval er sprake is van aanvra gen van subsidies, dat dat niet meer aan de orde zal zijn, maar dat het sa menwerkingsverband het openbaar lichaam zelf die rechtstreekse contacten kan onderhouden omdat dat gewoon een voorwaarde is die vanuit Brussel is ge steld. Ik denk dat ik daarmee voldoende geantwoord heb op de opmerkingen die zijn gemaakt. Ik kan mij heel goed voorstellen (en dat is ook de discussie die in het college heeft gespeeld) dat er vragen zijn van: ja moet dat nu zo nodig. Ik denk toch dat het verstandig is om dat nu wel te doen, ook tegen de achtergrond van een aantal ontwikkelingen, waar we als Rijsbergen inzit ten om die aansluiting in ieder geval zeker niet te missen. 4

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1992 | | pagina 144