1 - 25 - is) met elkaar wilt samenwerken, is verankerd in wetgeving. Daar mag je zelf over denken wat je wilt, maar het is uiteindelijk de wet die oplegt op welke wijze bovengemeentelijk wordt samengewerkt. Of je dat nu leuk vindt of niet; dat is nu eenmaal democratisch tot stand gekomen en het is verstandig om daar ook zoveel mogelijk rekening mee te houden en er dan ook het beste van te maken. Je kunt namelijk twee dingen doen; je kunt zeggen dat iets is opgelegd wat je niet lust (dat is overigens een hele slechte start voor een samenwerkingsvorm, want op voorhand zeg je al dat je er niets in ziet, wat de4 wetgever je min of meer voorschrijft) het is veel verstandiger; dat is ook de bedoeling van dit raadsvoorstel geweest (althans de commissie heeft daarop aangedrongen) om duidelijk te maken waar die grenzen liggen. En om van daaruit ook de start te maken voor datgene wat mogelijkerwijs in de nabije toekomst noodzakelijk zal blijken te zijn. De raad heeft al eerder uitgesproken dat zij opteert voor een zelfstandig doorfunctioneren. Er is door verschillende sprekers al op gewezen dat in de nota "Positionering" al klip en klaar die gedachte is verwoord, maar niet alleen... In diezelfde nota zijn ook een aantal zaken aangegeven welke randvoorwaarden daarbij in ieder geval in acht moeten worden genomen. De opdracht van de commissie Schampers is niet alleen om aan de hand van kille cijfers het een en ander op een rijtje te zetten en dan vervolgens een optelsom te maken. Er zal evenzeer rekening dienen te worden gehouden (zoniet tot uitdrukking moeten komen)dat als men kiest voor de ene of voor de andere oplossing op basis van wat voor overweging dat dan ook gestoeld is. Het is overigens slecht als je niet, en al is het nog maar een week, want volgende week vrijdag is het college uitgenodigd om in Den Bosch bij de presentatie van het rapport van de commissie "Schampers" (dan wordt de inhoud ook bekend) het is niet zinvol (zo zullen er talloze gemeenten zijn)dan te gaan reageren op grond van het feit dat de uitkomst je niet aanstaat. De raad van Rijsbergen heeft een aantal jaren geleden gekozen voor een zorgvuldige afweging (ook niet tot elke prijs, want het prijskaartje wat daaraan hing, en niet alleen in fi nanciële zin, zal op een gegeven moment ook op langere termijn te behappen moeten zijn, en als dat niet het geval is dan zal deze raad ook in staat zijn om daar consequenties aan te verbinden)maar zolang dat niet klip en klaar op tafel ligt, heeft deze raad al eerder uitgesproken dat zij de lijn van de zelfstandigheid wenst vast te houden. Ik denk ook dat dat het gegeven is wat vanavond in de discussie de draad zou moeten zijn op basis waarvan u tot afweging komt. Kijk; op het moment dat je weer gaat zeggen; "Dit niet, dat wel", dan kom je weer in diezelfde onduidelijkheid en dan denk ik dat je als uitgangspositie voor wat je de komende maanden nog zou moeten onderne men, dat je die uitgangspositie dan alleen maar verzwakt. Ik zou u dus dat in ieder geval sterk willen ontraden, maar het is uiteindelijk de raad die besluit. Die WGR geeft ook duidelijk aan wat de noodzaak is om op bepaalde beleidsterreinen tot samenwerking te komen (de voorbeelden zijn al eerder aan de orde geweest: die zijn ook terug te leiden tot de grote lijnen van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Economie, met namen om op het Regi onale niveau ook die planningstaken goed te kunnen coördineren)Hoe je dat vervolgens inhoudelijk met elkaar regelt; daar kun je inderdaad afspraken over maken. In zoverre heb je wel degelijk, ondanks het feit dat de wet je de randvoorwaarden oplegt, waarbinnen het een en ander geregeld moet worden, zul je als samenwerkende gemeente de gelegenheid hebben om in ieder geval de taken nader met elkaar te regelen. Ik denk dat ik daarmee ook iets tegemoet kom aan hetgene wat dhr. Bourdrez al opmerkte (daar waar hij vraagt of we nu op dit moment zoiets toch niet uit willen halen)Zijn opvattingen over een aantal zaken zijn bekend. Daar heeft hij in het verleden zich ook duidelijk over uitgesproken, maar ik zou hem toch willen vragen om (indien dat nodig is wil ik hem daarin ook graag bijstaan) om met betrekking tot de werking van de WGR+, zoals die er nu ligt, om daar toch nog eens een keer (misschien in een ander verband) over van gedachten te wisselen, wellicht dat dan de te-

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1992 | | pagina 13