- 43 -
"nou naar aanleiding van wat er nu dan gebeurt is zullen we dan toch maar
eens een keer over van gedachten moeten wisselen om te proberen om het vol
gend jaar weer beter te doen". Nou, dat is vallen en opstaan. En ik denk dat
je op die manier ook op een gezonde manier met elkaar moet proberen daar een
lijn in te vinden.
Dhr, v.d. Sande
Mijnheer, ik wil even interumperen, want er zijn twee zaken die spelen, die
u aankaart. A. de procedure voor de begroting 1993 zoals hij uitgesproken
is, daar zeg ik niks meer over, dat is gezegd. Maar de meerderheidsstandpun
ten in de commissie, in de diverse commissies waar de Algemene Beschouwingen
behandeld zijn of de begrotingen. Daar is geen enkele commissie wat mij bij
staat een meerderheidsstandpunt ingenomen. Er is gesproken over het wel een
wee en over een x-aantal punten als spreken bijv. over rioolfondsen en wegen
fondsen. Er zijn zaken aangegeven en B&W zou zich buigen en met een advies
komen en het zou neergelegd worden in de begroting. Dus er is geen meerder
heidsstandpunt geweest in de commissies over die zaken. Er is geadviseerd en
alle opmerkingen zijn meegenomen dus anders als u nu stelt dat er een meer
derheidsstandpunt is geweest. Tot zover.
Burgemeester
Ik ga af op datgene wat ik via de verslagen van de commissievergadering heb
gezien en dat relateert aan de procedure die we nog pas een aantal jaren ge
leden hebben afgesproken wat onze werkwijze zou zijn. En natuurlijk is het
zo dat daar mee gewerkt moet worden naar de mogelijkheden die er zijn maar
we hebben wel geprobeerd in de loop der jaren die afspraak elk jaar steeds
te verbeteren en te verfijnen. En ik dacht dat we dit jaar zelfs een belang
rijke stap in de goede richting hadden gezet maar ik wil nogmaals erop wij
zen, en dat klonk ook vanavond weer door in de Algemene Beschouwingen en ik
denk als u vervolgens ook zegt: "ik heb die opmerkingen ook vanavond gehoord
en ook in de afgelopen weken". We zullen toch met elkaar de klus voor Rijs-
bergen te klaren. En nogmaals dat laat onverlet dat elke fraktie om haar ma-
noevrerende redenen bepaalde benaderingswijze kiest maar uiteindelijk zal er
op basis van een meerderheidsvisie vervolgens verder gewerkt moeten worden.
En de discussie die B&W kan voeren met u als raad kan niet anders zijn dan
op basis van datgene waar u ons opdracht toe hebt gegeven omdat voor te be
reiden. Dan maak ik ook even het sprongetje met betrekking tot van nou hoe
verhaalt zich dat dan tot de kadernota en kanttekeningen zijn daarbij ge
plaatst. Ja ik had natuurlijk veel uitgebreider kunnen zijn maar dan had ik
me ook niet binnen de 10 minuten gehouden. Maar ik heb daarom ook aangegeven
dat een van de belemmeringen dan, laat ik het zo formuleren, was onder ande
re de OZBMaar dat ging dan met name over het sluitend maken van de begro
ting en natuurlijk nog een gigantische hoeveelheid andere opmerkingen. Maar
nogmaals dat had misschien op een andere manier beter begeleid kunnen worden
om daar iets mee te doen. Maar misschien dat de algemene conclusie dan toch
nog een keer kan zijn als we het goede voornemen maken dat we op basis van
overeenstemming in de raad, en dan als voorbereiding in de commissie, er wat
zorgvuldig mee willen gaan. Dat we daar dan nog eens een keer onze aandacht
aan besteden. En dat is ook de achtergrond waarom het college op stellingen
die door de frakties worden gedeponeerd niet is ingegaan. Want ja, ik denk
toch dat het veel meer op de weg ligt van uw onderlinge discussie of u zich
in die stellingen kan vinden dan dat B&W dat gaan doen. Want nogmaals op ba
sis van die afgeleide situatie zijn die mogelijkheden voor B&W beperkt. De
herindeling. Ik heb geprobeerd in eerste instantie ook aan te geven dat de
bevestiging van datgene wat we op dat terrein tot nu toe hebben gedaan rond
om de nota positionering. Die op 10 september nog een bekrachtigd dat dat
het uitgangspunt is hoe wij met deze materie verder gaan. Kort samengevat
hield dat in: wat ik in eerste instantie ook heb gezegd, niet abrupt re-
•OHi