- 34 - iets niet correct zou zijn gedaan tegen datgene wat we met elkaar hebben voorgenomen U moet het college er niet op aanspreken dat wanneer er vanuit de informatie-verstrekking, weliswaar in vertrouwelijkheid, er op enig moment een kanaaltje dicht heeft gezeten. Hij heeft enige twijfel of het werkelijk zo is dat iemand van niets zou weten. Zo moeten wij als bestuurders zeker niet met elkaar omgaan. Hij mag aannemen dat de informatie die hij gekregen heeft van de ambtenaren m.b.t. de vele uren die zij gestoken hebben in de voorlichting aan individuele raadsleden dat hij waarachtig niet kan aanvaarden en begrijpen dat wij niet alles in het werk hebben gesteld om alle informatie die daarover is ook toe te lichten en ook de achtergronden die daarbij spelen. Hij moet zich dan ook aansluiten bij datgene wat door dhr. Van de Rijzen is verwoord. Hij denkt ook dat we op hoofdlijnen moeten besturen. Hij heeft best begrip dat er interesse is naar bepaalde details. Hij zou zeker niet zover willen gaan door te zeggen van dat doen we niet. Hij denkt ook dat de mogelijkheid er moet zijn om een scheiding aan te brengen tussen datgene wat we in formele zin met elkaar doen en dat het daarnaast ook mogelijk is om op een informele manier datgene nog eens aan te reiken wat mogelijk is. Niet om u ergens mee om de oren te slaan maar als collega-bestuurders dat inderdaad mogelijk te maken waarvoor we per slado hier zitten. Hij heeft met name die relatie gelegd tussen de komst van Piusoord, de ontstaansgeschiedenis en datgene wat in grote lijnen in de loop der jaren heeft plaatsgevonden. Om U in ieder geval een handreiking te doen om wat nuancering aan te brengen in datgene wat U misschien als gevoelens hebt, ook vanuit uw achtergrond. Hij zou toch een dringend beroep op U willen doen dat met enige nuancering te willen benaderen en de belangenafweging met name op hoofdlijnen te doen daar waar het gaat om Piusoord. Want dit is toch te belangrijk voor de gemeenschap van Rijsbergen. Hij moet nog een paar vragen schuldig blijven van dhr. van Beijsterveldt en dhr. Bourdrez. Hij meent toch dat hij heeft aangegeven waar relatie liggen tussen wat hier voorligt en datgene wat in november heeft voorgelegen. Dat in die discussie de oplossing ligt. Dat zijn op een gegeven moment deals die je met elkaar maakt, zo gaat dat in het handelsverkeer. Dhr. Bourdrez zegt dat de voorzitter zo nadrukkelijk ingaat over die informatieverstrekking dat hij daar wel op moet reageren. U weet dat er wisseling van de wacht is geweest. Er is steeds in de commissie B.A. geheimhouding opgelegd. Wij zoals we hier met drieën zitten, wisten van niets. Vanaf 15 november is ons toegezegd, zouden wij informatie krijgen. Dit werd vervolgens 15 december, vervolgens 15 februari. Uiteindelijk 2 maart hebben wij de eerste informatie terzake gekregen. Dit wist U. U heeft zelf een klem gelegd op de informatieverstrekking. Hij vindt deze gang van zaken niet juist en niet correct. Er is hier wel degelijk een weloverwogen spel gespeeld en daar zijn wij het slachtoffer van geworden. Maar dan moet U ook nu de consequenties er van nemen, u reageert helemaal niet op onze vraag of het contract terug komt in de raad. Het is te belangrijk. Hij vindt het ook onjuist om te zeggen dat we m één van de gesprekken in december of eind november U in de kamer er bij bent geweest. Toen heeft U gezegd: "jullie hebben je handen vrij". Dan had U moet zeggen je hebt je handen niet vrij want er zijn basisafspraken gemaakt. Dat is zaken doen. Dat is niet gebeurd en dat lijkt hem heel slordig. Hij stelt nogmaals voor het zwembad voorlopig uit de overeenkomst te halen en een haalbaarheidsonderzoek in te stellen en dan de zaak opnieuw aan de orde te stellen.

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1992 | | pagina 86