- 32 - Hij zal zeggen waarom. Het is in eerste instantie door mevr. van den Bemd ook verwoord. Hij heeft in 1988 in de commissie Bestuurlijke Aangelegenheden de mogelijke komst van een instituut als Piusoord naar Rijsbergen aangekondigd. Hij heeft daarbij de fractie-voorzitters ook voorgehouden dat daar een aantal randvoorwaarden aan verbonden waren. Die randvoorwaarden waren het begrip integratie. Hij heeft toen ook uiteen gezet wat de vraagstelling van Piusoord was, wat daaronder verstaan moest worden. Wat er onder verstaan moest worden was dat als eventueel Piusoord een dependance zou vestigen in Rijsbergen dat de integratie-gedachten die daaraan ten grondslag lagen zouden inhouden dat over en weer gebruik gemaakt zou worden van de faciliteiten waarover beiden beschikten. Enerzijds de gemeente Rijsbergen, de centrale voorzieningen, anderzijds zouden de inwoners van de gemeente Rijsbergen gebruik kunnen maken van voorzieningen die een instituut als Piusoord op grond van de wet ziekenhuisvoorzieningen mag bouwen. Dat was wezenlijk voor de keuze-bepaling van de lokatie waar de dependance in West-Brabant terecht zou komen. Degenen die afgelopen zaterdag aanwezig zijn geweest bij de start van de grondwerkzaamheden, hebben ook uit de mond van dhr. Bottelier, directeur Piusoord, kunnen vernemen wat dat in wezen inhoudt. Het is jammer dat niet iedereen daarbij aanwezig was want dat had ook een stuk verheldering kunnen geven voor degenen die er op dit moment nog wat moeite mee hebben. Wat hield dat in? De gemeente Rijsbergen heeft met name o.a. de sportaccomodaties ter beschikking gesteld voor mede-gebruik door Piusoord, alsmede de mogelijkheid, zij het in overleg met de Alberingstichting, om in eventuele combinatie van gemeenschapsvoorzieningen in de gedachten van een gemeenschapshuis mogelijk was. Piusoord zou ook gebruik maken van andere voorzieningen zoals bibliotheek enz. Ook daar waar mogelijk integratie in het normale leven. Zij het overigens dat er best hier en daar beperkingen zullen zijn. Die besperkingen zal men met open ogen tegemoet moeten treden. Anderzijds zal de gemeente Rijsbergen gebruik maken van voorzieningen die Piusoord in het kader van zijn "zijn" als instituut zou bouwen. Daarbij geldt dan met name heel centraal de zwemaccomodatiePiusoord mag op grond van de wet ziekenhuisvoorzieningen een therapie-bad bouwen. En in het kader van de integratie-gedachte is toen besproken om eventueel met een bijdrage van de gemeente het ook geschikt te maken voor de gemeenschap van Rijsbergen waarbij wij ook toen de beperkingen hebben onderkend door niet te denken aan grootschalige subtropische toestanden maar ons met name te richten op schoolzwemmen enz. Dat is allemaal de intentie die toen ten grondslag heeft gelegen waar vervolgens ook het provinciaal bestuur zijn fiat heeft moeten geven aan de vestiging in Rijsbergen. En waar vervolgens ook het departement na consultatie van de betreffende afdelingen van het departement tot in de hoogste instantie, hier ter plekke met het college daar over overeenstemming hebben bereikt. Als men die overeenkomst weliswaar mondeling met elkaar bereikt, is dat niet vrijblijvend. Men gaat nlniet als overheden met elkaar om in een totaal vrijblijvende sfeer. Dat wil echter ook niet zeggen dat je op het moment van zo'n consensus je hele ziel en zaligheid weggeeft. Hij heeft er ook wat moeite mee, als in eerste instantie gesproken is over het fet dathet allemaal zo laat bekend geworden is. Hij ontkent dat ten stelligste. Er liggen papieren gewoon in dit huis waaruit blijkt dat voortdurend als er informatie over was, de raadscommissie bestuurlijke aangelegenheden op de hoogte is gehouden van de ontwikkelingen. Hij wil er ook nog aan toevoegen dat als er gesproken wordt over het contract van de eeuw, dan moeten we ons ook realiseren dat een voorziening van deze omvang in een gemeente een stuk level meebrengt waarbij het totale gebeuren van de gemeente een behoorlijke input krijgt waardoor je net even boven dat gemiddelde uitkomt omdat daar een aantal mogelijkheden gaan ontstaan die men

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1992 | | pagina 84