- 25 - we verwachten dat voor een bijdrage van f 5,00 deze opgaan aan allerlei voorzieningen ten behoeve van de betreffende wijk of omliggende wijken. Dus dat ziet hij helemaal niet als een bijdrage. Dus die f 190.000,00 zou hij uit dien hoofde niet in aanmerking willen nemen. Alleen moet hij wel opmerken dat dit berekend is over 3,8 ha maar het had per ongeluk 4,75 ha moeten zijn. Dus hier zit ook nog f 50.000,00 in. Als hij dit nu bij elkaar neemt, dan komt hij voor meer dan 1 miljoen nadeliger uit dan Moret. Dan gaat hij zich toch afvragen wat hij nu in vredesnaam met zo'n rapport aan moet. Hij zou toch eens graag de betreffende accountant willen horen hoe het komt dat hij nu zo'n rapport op tafel legt. Want het is voor ons zeer essentieel bij onze besluitvorming. Wat is de waarde die men aan dit rapport toevoegt. Een accountant heeft een economisch beroep en hij moet waarde toevoegen aan het gehele economische verkeer. Hij weet niet wat hij hier mee moet doen. De accountant heeft cijfers hergeroepeerd en dat vindt hij prachtig. Misschien dat dit de opdracht van de accountant is geweest. Maar dan heeft de accountant de opdracht van de raad niet goed geformuleerd. Hier doet hij helemaal niets mee. Hij moet maar eens in de raad komen en zeggen hoe dit nu zo uitgepakt is. Hij weet echt niet wat hij met dit rapport aan moet. Maar dan gaat er bij hem natuurlijk helemaal een lichtje branden, zelfs een rood lampje, wanneer hij in eerste instantie gehoord heeft dat het VB die opdracht heeft gekregen en dat de wethouder in een later stadium tegen ons heeft gezegd: het V.B. heeft onvoldoende tijd om de opdracht uit te voeren conform de aanwijzingen van het college. Gezien het feit wat hij nu over het rapport van Moret heeft opgemerkt, zijn eindconclusie zal hij pas definitief vaststellen wanneer hij in de gelegenheid zou zijn gesteld om ook de betreffende accountant eens te horen, hoe dat het gekomen is dan zo'n rapport uit de bus is gekomen. Dit geeft toch de denken waarom het V.B. nu ineens niet in de gelegenheid was. Hij zou ook willen vragen om de V.B. accountants er bij te halen en laten we eens van hen horen waarom zij nu niet in staat waren om een dergelijk onderzoek uit te voeren. En dan doet hij dat niet zomaar maar we hebben ook nog artikel 265 in de gemeentewet en dat bepaald dat er controle-regelen zijn. Die controle-regelen regelt dat de accountant wordt benoemd door de raad. Hij zou het zeer op prijs stellen wanneer hij dus die controle-regelen ter beschikking krijgt. En dat we daar dan nog eens uitvoerig over discussiëren. Want je stapt zo maar niet over van de één naar de andere want in de regelen staat dat daar de deskundige met namen zijn genoemd. Hij weet niet of Moret met name is genoemd. Hij moet zeggen over de financiële kant van het rapport dat wij 1 miljoen nadeliger uitkomen dat de betreffende accountant en dat dit geen bedrijfseconomische waardering is. Helemaal los daarvan staat de kwestie van het zwembad wat daar in zit 8 ton. Het ligt bij ons nog steeds neutraal. Wij weten nog niet precies wat we daar mee aan moeten. Men speelt hier met de integratie-gedachten. Hij hoopt dat die ook doorwerkt. het lijkt hem juister dan we daar eens een onderzoekje naar in laten stellen want wij hebben al eens een aantal weken geleden aan de wethouders gevraagd °f er in vergelijkbare omstandigheden ook die combinaties zijn van een zwembad dat gekoppeld is aan een stichting en dat ook de gemeente daar gebruik van kan maken. We hebben geprobeerd om daar achter te komen. We hebben het eerst aan de wethouders gevraagd. Die hebben het teruggespeeld en nu hebben we zelf initiatief genomen. Volgens onze informatie, is dit een uniek geval, een dergelijke combinatie doet zich in Nederland nog niet voor. Vandaar dat wij toch het voorstel doen om alvorens wij hier over gaan besluiten een haalbaarheidsonderzoek in te stellen en te kijken hoe de bevolking daar nu tegenover staat. Het gaat om een bedrag van f 800.000,00. Dat komt zo'n beetje neer op 10 jaar lang 120.000,00 of 130.000,00 en dan zijn we eruit, f 130.000,00 is een

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1992 | | pagina 77