ion fcjfcH .fid fïsvt-fcxffö«' &ft®felo£ep'>ci use /loo X - »b na jet „o 'ejfati! r wij willen een advies hebben van een juridische adviseur en als die tijdig beschikbaar zijn, dan willen we dat natuurlijk ook op 23 april behandelen. Dat tijdig beschikbaar zijn, daar heeft hij moeite mee. Als op goede vrijdag 's avonds om 5 uur, wanneer iedereen met verlof gaat, de raadsleden aan het werk gesteld worden, dan vindt hij dat uitermate onelegant, temeer daar dit niet de eerste keer is. Dat is met nieuwjaar zo geweest en anderhalf jaar geleden met kerstmis, ook al eens een keer met Sinterklaas. Hij vindt dit geen elegant optreden. Hij weet dat het wel de noodzaak van de spoed is maar dan moeten wij dat toch iets anders plannen. Hij vindt dat het hoogste bestuursorgaan dergelijke feestdagen ook rustig mogen doorbrengen. Wat het kostenplaatje betreft, men zal het hem niet kwalijk nemen, dat hij als financiële man, hiervoor interesse toont. Wij hebben hier als raadsleden gevraagd om de cijfers die door het college herhaalde malen aan ons zijn overgelegd, die willen wij beoordeeld hebben op bedrijfs-economische gronden. Er mogen best hier en daar uit zakelijke overwegingen enige verschuiving hebben plaatsgevonden, maar op het moment dat wij beslissen, willen wij weten waar we over beslissen. Dat is de afspraak. Als hij dan ziet wat ons is overgelegd, dan ziet hij dat Moret, Ernst en Young een rapport heeft gemaakt en daar staat dat zij beoordeeld hebben de concept-overeenkomst, de brieven. Verder vermelden zij dat zij geen accountants-controle hebben uitgevoerd maar de in voormelde stukken opgenomen bedragen. Dat was nu precies de opdracht. Wij hebben gezegd, wij willen die bedragen gecontroleerd zien en bedrijfseconomisch beoordeeld. Dat is nu net niet gebeurd. Onze conclusies in het volgen van deze brief en in de bijlagen zijn gebaseerd op in de voormelde stukken genoemde bedragen. Dus Moret heeft niks aan de bedragen gedaan. Die bedragen zijn klakkeloos overgenomen. Straks komt hij hier nog op terug wat dan de waarde is van het hebben van een dergelijk rapport. Hij wil een paar posten uit het kostenoverzicht eens behandelen en dan zien wat de betreffende accountant daar mee gedaan heeft. De boekwaarde van de gronden van de Hooiberg: 6.222 m2Die zijn verkocht aan Piusoord. Die gronden komen uit het plan Hooiberg I waar een kostprijs voor vaststaat van f 135,00. Die had machtiging van de raad om die gronden tegen die prijs te slijten. Desondanks worden zij door de accountant opgenomen voor een bedrag van f 75.000,Vervolgens gaat het naar het commentaar. De gemeente verkoopt in het bestaande bestemmingsplan 6.222 m2 aan de Stiching. In de ons ter beschikking gestelde stukken is niet aangegeven tegen welke verkoopprijs deze gronden in de grondexploitatie-opzet van de Hooiberg zijn opgenomen en welke inkomsten de gemeenten dus derft indien de oorspronkelijke bestemming zou worden gehandhaafd. Daar ging het nu juist om. Hij had net een deurtje verder moeten gaan en gevraagd moeten hebben om de kostprijsberekening. Dan had hij gezien dat het geen f 75.000,00 was maar dat het f 840.000,00 was. Daar zit toch even f 765.000,00 ten nadele van de gemeente in. Verder zegt hij de boekwaarde van de ondergrond van het zwembad daar zet de accountant, die de zaak bedrijfseconomsch zouden willen laten bekijken, dat de boekwaarde van de ondergrond f 25.000,00 is. Hij wist niet dat een boekwaarde een bedrijfseconomisch begrip was. Er moet riolering bij zijn, er moet water afgevoerd worden en andere voorzieningen, dat zou f 150.000,00 moeten zijn maar er staat maar voor f 25.000,00. Dan zitten we weer met f 100.000,00 nadeel. Wat zegt de accountant hiervan? Eigenlijk helemaal niets. Hij vraagt niet of deze accountant voor de gemeente een BTW probleem wil oplossen. Hij vraagt of hij die zaken bedrijfseconomisch wil beoordelen. Dat hebben wij hem gevraagd. De laatste post dat is de bijdrage fonds grote werken. De bijdrage fonds grote werken geeft daar een alleszins acceptabele toelichting op. Het is eigenlijk een soort bovenwijkse voorziening. Dus voorzieningen die niet alleen voor dat uitbreidingsplan bestemd zijn maar ook voor andere uitbreidingsplannen. Je moet in feite in concreto aangeven waar het naar toe gaat. Anders zou je zelfs niet op mogen leggen. In alle redelijkeheid mogen U5V I SïaUOOV 79li Jrto i£> jlb 3(0 c ere n^buo - gj mjioBSs bn6 5^ioov i.- 18 v ,5 JfcCJ nfls 1/05 f)£eo«»p psibad ,j:j CW Jj - 24 -

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1992 | | pagina 76