- 4 - zijn een aantal randvoorwaarden bij. Hij denkt dan ook aan het onderwijskundig advies wat de inspecteur met name ook af dient te geven. Nadat die zaken compleet waren, en dat heeft 14 dagen geduurd, en in februari is in ieder geval een brief uitgegaan dat men met de herbouw van de school kon starten en is ook kenbaar gemaakt wat het schadebedrag was. Want ook het gebouw voor de brand voldeed aan de eisen van het onderwijs. Helaas brandt dan het gebouw af en wordt de schade vastgesteld. Het schadebedrag is in z'n totaliteit met compensatie met de 3% onderverzekering te beschikking gesteld aan het schoolbestuur. Dat is ook in gesprekken naar het schoolbestuur duidelijk gemaakt. Dus een extra raadsvergadering was niet nodig omdat wij in oktober het medewerkingsbesluit genomen hadden. En toen is er ook een richtbedrag genoemd, binnen welke grens één en ander zou geschieden. Er valt het college en de raad niets te verwijten over de voortgang. Betreffende intergratie B.T.W.-heffing, dat is op zich niet ter zake doende. Het is een uitkering van een schade-bedrag. Hij is geen B.T.W.-expert om daar een antwoord op te kunnen geven. Dhr. Van Beijsterveldt kan uit de woorden van de wethouder afleiden dat de verzekeringswaarde f 818.445,00 min die f 23.484,00 is. Want dat rapport van de verzekeringsmaatschappij dat kwam hij in de stukken niet tegen, anders was het meteen duidelijk geweest en het stond ook niet in het voorstel vermeld. Er wordt alleen maar een bedrag van f 818.445,00 vermeld. Er wordt niet gesproken over de verzekeringspenningen die uitgekeerd zijn. DhrVan den Bemd wil even reageren op het antwoord van de wethouder. Als hij het goed begrijpt dan is de termijn tussen 24 oktober 1991 en 17 januari 1992, de termijn die het schoolbestuur nodig heeft gehad om de zaken panklaar aan te bieden. Dhr. Utens zegt dat dat juist is. DhrVan de Sande vraagt of dhr. Utens bij het Verficatiebureau na wil vragen of het financieel van BTW-technische consequenties zou kunnen hebben. Want dat kan nl. Dhr. Utens antwoordt dat hij die vraag mee zal nemen. De raad gaat akkoord met het voorstel van burgemeester en wethouders. 4- VOORSTEL INZAKE VERZOEK SCHOOLBESTUUR EX. ART. 70 WET BASIS ONDERWIJS BETREFFENDE ONDERWIJS AAN KINDEREN VAN ASIELZOEKERS. (BIJLAGE 38) Dhr. Van Beijsterveldt zegt dat in de brief van het schoolbestuur twee zaken aan de orde gesteld waren. Er werd punt 1 aan de orde gesteld de dependance op het terrein en punt 2 het plaatsen op de Sint Bavostraat 6. Zijn vraag is, wanneer wij met het hele verhaal akkoord gaan, of dat betekent dat beide zaken dus ingewilligd zijn. DhrVerschueren zegt nu de status van het A.Z.C., O.C. is geworden, het hem bevreemdt dat dit toch doorgang gaat vinden, gezien de verblijfsduur van

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1992 | | pagina 56