•aid:
miste kansen zullen kwalijke gevolgen hebben op sociaal-economisch terrein.
Meer dan in het verleden het geval is geweest, zal er m.i. een accentsver
schuiving plaatsvinden in de verhouding tussen grote en kleine gemeenten, of
zo men wil: de steden en de plattelandsgemeenten. Vanuit de status van ge
lijkwaardigheid, het vervagen van landsgrenzen, zal ook het inzicht moeten
groeien, dat instandhouding van gemeentegrenzen, geen perspectief biedt voor
inwoners, immers: inwoners van gemeenten bewegen zich in sociaal en eco
nomisch opzicht in toenemende mate niet meer binnen de gemeentegrens. Dat
verlangen wordt niet uitsluitend beschermd door een gemeentegrens. Wel is er
behoefte aan een eigen identiteit in leef- en woonomgeving. De gemeente
bestuurders zullen naar mijn opvatting in toenemende mate met dit verande
ringsproces worden geconfronteerd. Als ik dat zo zeg, is snel de relatie
gelegd met het zoeven door mij aangeduide proces van gemeentelijke herinde
ling. De discussie in onze provincie over bestuurlijke herindeling, wordt
m.i. zowel door voor- als tegenstanders nog te sterk gevoerd vanuit het
achterhaalde idee van structuren, die geen maatschappelijk draagvlak hebben.
Functionele verdeling en taakstellende functies in de regio krijgen naar
mijn opvatting te weinig kans, omdat de opvatting blijft overheersen dat één
gemeente alle functies t.b.v. de regio moet doen, zonder dat de vraag
beantwoord wordt, of één gemeente überhaupt kwalitatief in staat geacht mag
worden een vaak zoveel omvattende taakstelling naar behoren te kunnen
uitvoeren. Het komt mij voor dat de verdeling van taken over verschillende
gemeenten t.b.v. de regio, rekeninghoudend met mogelijkheden en kundigheden
voor de regio en de individuele burger van grotere betekenis kan zijn. Ik
betrek hierbij ook de financiële gevolgen die in de portemonnaie worden
gevoeld. Deze gedachte van mij sluit goed aan bij de door uw raad vastge
stelde nota "Positionering". Helaas heeft deze nota van het provinciaal
bestuur nog niet de aandacht gekregen die ze verdiende. Het simpel afdoen
met de opmerking dat een standpuntbepaling niet mogelijk is tegen de achter
grond van het bestuurlijke herindelingsproces moge jammer zijn. De signalen
van individuele bestuurders op provinciaal niveau mogen door onze gemeente
raad niet misverstaan te worden. Bepalend is daarbij wat wij daar zelf ver
volgens mee doen. De in die nota verwoorde perspectieven zouden nader
uitgewerkt kunnen worden en in mijn visie zou binnen de stadsregio Breda
nadere afspraken gemaakt moeten worden over taakstellende functies op ver
schillende beleidsterreinen die een bijdrage zouden kunnen leveren aan de
oplossing van problemen van de centrumfunctie van Breda. De uitstraling
hiervan naar de regio West-Brabant zou een belangrijke meerwaarde kunnen
zijn ter versterking van de economische meerwaarde van dit gebied. De beste
oplossing zou zijn dat die afspraken op de schaal van West-Brabant zouden
worden gemaakt. Bestuurders moeten de moed hebben om de nek uit te steken in
plaats van in de luwte voort te kabbelen. Het initiatief van het ondernemers
platform mag gezien worden als een signaal, dat ook in die kringen het maat
schappelijk verantwoordelijkheidsgevoel aan meerwaarde heeft gewonnen. Het
gebruik maken van aanwezige "Know-how" bij anderen is geen tekortkoming,
doch kan een welkome aanvulling zijn op gemeenschappelijk nastreven van
doelen. De bestuurlijke uitdaging moet komen te liggen in het bedenken van
mogelijkheden en oplossingen om dingen en zaken wel mogelijk te maken. Er
dient een einde gemaakt te worden aan de verspilling van geld en energie,
door op een te klein gebied een veelvoud van dezelfde activiteiten te ontwik
kelen. Het is onbegrijpelijk dat in het provinciaal economisch beleidsplan
het logistiek park "Ossendrecht" wordt verheven tot speerpunt, terwijl met
geen woord wordt gerept over de verdere ontwikkeling van Hazeldonk. Een
strategische visie op de regio West-Brabant zou wel eens kunnen leiden tot
minder van hetzelfde, maar samenhang en uitbouwen van het aanwezige. Nieuwe
activiteiten en ontwikkelingen zouden gebaseerd moeten zijn op mogelijkheden
die niet uitsluitend worden ingegeven door afdankertjes van elders. Denkend
aan onze eigen nota "Positionering", zou Rijsbergen een belangrijke bijdrage