- 10 - Daar gaan we op verder. Er zijn opmerkingen gemaakt van: wij willen voordat we daar mee verder gaan, de zekerheid van de Provincie dat zij daar achter staan. We brengen het dan i.v.m. het ontwerp-streekplanwat nog steeds een ontwerp-streekplan is, geen goedgekeurd streekplan. Deze locatie past daar niet bij want het zit vlak tegen waar een ecologische hoofdstructuur zou moeten komen. Dat kan best zo zijn. In het ontwerp-streekplan zijn enige richtingen aangegeven en ten noorden van Rijsbergen zal een ecologische hoofdstructuur tot stand moeten komen. En dan beginnen we bij de Vaart en de Bijloop en dat is echt heel ver weg van dit kleinschalig bedrijventerrein. De bestemming op dit moment is bij velen een vraag die zeggen van: het is van landschappelijke waarde. Hij vindt dat iedereen daar vrij in is. Iedereen mag daar die titel aan geven die hij of zij wenst. In het huidige bestemmingsplan buitengebied wat wij op dit moment hebben en wat geldig is, is het gewoon gebied agrarisch gebied vrije vestiging. Dus wat dat betreft denkt hij dat we niet op één lijn zetten als u vindt dat dat van landschappelijke waarde is, dan zal dat in een nieuw bestemmingsplan ooit wel eens tot uiting komen maar in dit bestemmingsplan, wat nog steeds geldig is, is het zeker en vast niet. Het college heeft niets anders gedaan dan datgene wat de raad heeft opgedragen, zorgvuldig uitgevoerd. En hij zegt met name zorgvuldig, omdat hij zelf vindt dat de ambtenaren in kwestie, een heel goed produkt op tafel hebben gelegd met het plan van aanpak. Dat mag er zijn. Dat klinkt als een klok. Er zijn nog een paar vragen over. Die zal hij proberen te beantwoorden maar in hoofdlijnen zit het goed in elkaar. Hij merkt bij sommige raadsleden dat zij eigenlijk wel willen maar ook eigenlijk niet. En daar zou hij nu eindelijk meer duidelijkheid over willen hebben. Het kleinschalig bedrijventerrein is van levensbelang op dit moment voor Rijsbergen. De lokatie is bekend. Dus waarom zeggen we nu niet gewoon ja hiertegen. Dat kan hij niet goed begrijpen. Dhr. Rietveld interrumpeert en zegt mede naar aanleiding wat dhr. Jochems richting mevrouw van den Bemd heeft gezegd nl. dat we de discussie gehad hebben, de discussie is gesloten. Hij begrijpt uit de woorden van de wethouder dat hij opnieuw de discussie wil openen. Als dat inderdaad zo is dan heeft hij daar toch ernstige problemen mee. Dat betekent dat op enig moment de zaak wordt afgekapt als er in discussie gegaan wilt worden en dat de andere de vrijheid heeft om die de discussie opnieuw aan te slingeren. Dhr. Jochems zegt dat dhr. Rietveld dat verkeerd ziet. Hij heeft het één keer genoemd. Deze locatie was 6-5. Dus de locatie is vast. DhrVan den Bemd interrumpeert De voorzitter zegt dat de wethouder nu eerst de gelegenheid krijgt om zijn betoog af te maken. Dhr. Jochems zegt over de vragen van dhr. Van de Rijzen en dhr. van Rietveld over de aanlegvergunningDhr. van Rietveld heeft gevraagd of hetgeen wat er staat of dat klopt. Inderdaad, datgeen wat je opneemt in een voorbereidingsbesluit dat geldt. Van verschillende zijde is ook een vraag gekomen van hoe het zit met het bezoek wat Gedeputeerde Staten aan Rijsbergen heeft gebracht en wat de uitslag daarvan is. Hij heeft dat in de commissievergadering ook al eens gezegd, als u verwacht van een gedeputeerde dat hij wanneer hij op bezoek is, ergens het groene licht voor geeft, dat kan natuurlijk niet. Dat is ook nu niet gebeurd. Hij kan alleen vermelden dat het een bijzonder goed constructief gesprek was waarin zij geen neen hebben gezegd. Ook dhr. Gels was daarbij aanwezig. Zij hebben alleen gezegd van: men moet het op de eerste plaats ontzettend goed onderbouwen. Men moet alles op een rijtje

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1992 | | pagina 26