- 19 - Betrek zoveel mogelijk de buurtschappen en verenigingen bij uitvoering van dit project. Dhr. Van de Rijzen zegt dat regelmatig de term wazig en vaag voorkomt. Zowel in de tekst van het voorstel als in de nota zelf. Hij denkt dat dit een beetje typerend is voor de materie waarover wij spreken. We weten allemaal dat het er isMaar we weten niet waar en we weten ook niet in welke mate. De doelstelling is mensen uit een achterstandssituatie zien te halen. In ons achterhoofd weten we allemaal dat er die mensen zijn en die er niet mee te koop lopen. Het probleem hoe kom je er achter waar ze zijn en wat er aan schort. Er gebeurt natuurlijk op dat gebied al een hoop in Rijsbergen. Hij denkt dan bijvoorbeeld aan basiseducatie de Vedel, banenpools, uitvoering jeugd- werkgarantiewet, stichting baanlozenwerkDat valt allemaal binnen datzelfde hoofdstuk. Dat zijn allemaal onderdeeltjes die meegenomen worden. Verbetering leefomgeving, dan denken wij aan de V.A.C. en de planning ruimtelijke ordening. Hij denkt dat op dat gebied inderdaad wel een hoop te verbeteren valt. Sociaal cultureel terrein, dan komen we uit bij het welzijnsbeleid. Wat de kosten betreft, moeten we voorzichtig zijn omdat we niet weten waar het om gaat moeten we daar enige terughoudendheid in betrachten omdat het volgens de nota 1993 toch nog vragen over rijzen. Wat betreft 1992 is die zaak nagenoeg rond. Als je zo'n beleid op poten zet dan moet dan je dat ook continueren. Hij denkt dat dan de problemen ontstaan. Dus enige terughoudendheid op financieel gebied. Hij wenst de afdeling heel veel succes. DhrUtens zegt dat het hier om een raamwerk gaat. Over onderwijs asielzoekers, er is een aanvraag in het kader van onderijs ingediend. Hoever dat het daar mee staat dat weet hij dit moment niet. Dhr. van den Bemd en v.d. Sande hebben het over de verschuivingen die op sociaal terrein hebben plaatsgevonden. Hij denkt dat dat een terechte constatering is en tevens geeft het eigenlijk op dit moment ook een beetje aan wat de situatie binnen Rijsbergen is en welke kant we er mee uit zouden kunnen gaan Bij hoofdstuk 4 sociale vernieuwingen Rijsbergen heeft U een vraagteken kunnen zien staan. Daar wil men mee aangeven dat het iets nieuws is waar we mee starten, wat op landelijk niveau al opereert, waarbij we in Rijsbergen al een aantal activiteiten hebben. Hij verwijst naar de banenpools die we al ingevuld hebben. Waar overigens ook een opsomming gegeven wordt van de bestaande sociale situatie in Rijsbergen. Dan is op dit moment het woord aan de burger want met name daar richt die sociale vernieuwing zich op. Enerzijds een beleidsterrein waarbij we wat verdere uitwerking zullen geven. Hij denkt hier aan het minimabeleid. Dat vindt U ook terug dat het in de nota aangekondigd is dat daar verdere uitwerking op plaats zal vinden. Dat is iets was redelijk concreet. Anderzijds een aantal projecten op het gebied van sociale vernieuwing. U heeft op één van de pagina's een overzicht gezien van aandachtsgebieden die daarvoor in aanmerking komen. Dan is het de taak van de gemeente om inderdaad een stukje voorlichting te geven over die sociale vernieuwing. Het zijn met name die burgers zelf die nu net actief zullen moeten worden en aan zullen moeten geven waar hun verlangens of bijstellingen liggen. Er worden een aantal projecten ingediend. Uit die projecten zult U een prioriteitsstelling moeten maken. Want er kan van alles op ons afkomen. Het is niet zo dat de gemeente projecten gaat ontdekken of uit gaat vinden. Kinderopvang zou bijvoorbeeld zo iets kunnen zijn. Los van de bestaande situatie Zo kunnen we legio zaken bedenken. Nogmaals er zijn een aantal relevante beleidsterreinen opgesomd en met name die burger zal het zelf aan moeten

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1992 | | pagina 133