- 15 - Dhr. Rietveld Ik heb niet gezegd dat ik die reden gehoord heb. Ik heb delen gehoord. De voorzitter Ja precies: daar citeert u ook delen die niet gezegd zijn. Dat is in ieder geval duidelijk, want er waren vier leden van College daarbij aanwezig. En als u zegt van de geloofwaardigheid en zorgvuldigheid en alles wat u daarmee samen wilt vatten. Ik denk dat uw fractie zich dit in de eerste plaats op zijn fatsoen kan trekken, want ik wil alleen maar even verwijzen naar een advertentie die vorige week is verschenen waar een beeld wordt opgeroepen volkomen beneden de waarheid. Ik denk als u dat nu probeert te transformeren in een andere context in de richting van het College, dan denk ik dat uw fractie eerst eens moet beginnen in eigen huis orde op zaken te stellen. Want de bedoeling van mijn opmerking in eerste instantie is gewoon geweest dat ik met de besluitvorming zoals die in het College is gedaan dat dat is gebeurd op basis van het advies zoals dat is uitgebracht door de commissie Beroeps- en Bezwaarschriften. Kijk dhr. v.d. Sande heeft gelijk als hij zegt van Ja, je moet in zo'n commissie nogal eens een keer een aantal zaken op een rij zetten en met de nodige zorgvuldigheid proberen te wegen. Ik denk niet dat hij bedoeld heeft te zeggen met "vlotte besluitvorming" dat dat "onzorgvuldige besluitvorming" is geweest. Er is wel degelijk een zorgvuldige besluitvorming geweest, ook in eerste instantie. Ik heb geprobeerd bij de eerste beantwoording daar ook duidelijk van te maken dat we voorzichtig moeten zijn nu niet het beeld op te roepen alsof dat onzorgvuldig is gebeurd. Want dan zijn we naar de burger toe verkeerd bezig. Dat is ook iets wat wij ons met zijn allen moeten aantrekken, maar wat we ons ook individueel moeten aantrekken; laat daar geen enkel misverstand over bestaan. Maar het oproepen van een schijn alsof er op een gegeven moment van alles fout gegaan zou kunnen zijn. Ik denk dat dat niet aan de orde is want uitgerekend is in de behandeling in de commissie Beroeps- en Bezwaarschrif ten zo zorgvuldig; zo ook in tijd gepland de gelegenheid gegeven (ook aan degene, waarvan je formeel zou kunnen zeggen datze inhoudelijk niet met het onderwerp bezig zijn) maar dat ook de commissie Beroeps- en Bezwaarschrif ten zich op het standpunt heeft gesteld om daar waar voornemens waren met betrekking tot visies over overrulen om dat weg te nemen. Ik dacht dat de commissie daarin ook goed geslaagd was. Dat is nu hetgene (het positieve van de commissie Beroeps - en Bezwaarschriften) wat naar mijn smaak in deze discussie ook tot uitdrukking moet komen. Dat er vervolgens heroverwegingen zijn, ik blijf staande houden als voorzitter van die commissie dat heel nadrukkelijk (en dhr. v.d. Rijze heeft dat heel expliciet nog eens een keer tot in detail verwoord)dat daarbij is afgegaan op het advies (conform de gedachtenwisseling) van het hoofd van de afdeling Grondzaken. Ik denk dat we ook moeten proberen om een consistente lijn te bewandelen dat als op een gegeven moment volgens een bepaald patroon met beraadslagingen in acht name van zorgvuldigheid er een advies op tafel ligt, dat je daar dan ook voor moet durven staan. Dat hoeft geenszins in te houden (Laat daar ook geen onduidelijkheid over bestaan) dat als er nieuwe (ik herhaal) nieuwe feiten aan de orde komen, dat er sprake zou zijn van een onwillig oor of dat men daarvoor niet geneigd zou zijn open te staan. Dat geldt zowel in de richting van de deskundigen, dat geldt ook in de richting van het bestuur. Of dat nu een College- of een raadslid is, maakt in wezen niets uit. Dat is de lijn die we altijd proberen te volgen. Vandaar ook dat ik wat uitvoerig hierbij stil moet staan. Ik denk dat dit een van de meest toonaangevende voorbeelden is geweest hoe we zorgvuldig met alle bezwaarmakers zijn omgegaan in een zeer brede context. De termijn van afdoening: ja ik denk dat dat natuurlijk een belangrijk element is voor de betrokkene, maar die afdoening kan pas plaats vinden na de besluitvorming van vanavond en ik stel mij dus ook voor dat dat inhoudt dat de bezwaarmakers nu dus ook zo snel mogelijk bericht van

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1992 | | pagina 103