- 14 - Dhr, v.d. Rijzen Ik wil toch nog even duidelijk stellen dat de commissie Beroeps- en Bezwaarschriften heel zorgvuldig te werk is gegaan. Je zou zo hier en daar opmaken dat dat niet het geval is. De Van Oosterhoutstraat had aanvankelijk helemaal geen trottoir. Het waren de bezwaarmakers, met name oudere mensen uit de Laguiten die de commissie daarop kwamen wijzen. Toen heeft de commissie gezegd (en terecht): "Er moet wat aan gedaan worden". We hebben toen gezocht naar een oplossing. Daarin bijgestaan door het hoofd Grondzaken, die denk ik het beste weet wat in dit soort zaken mogelijk en onmogelijk is. Daar is toen uitgekomen een trottoir van 1 meter 50, naast een parkeerstrook van twee meter en een rijbaan van vijf en halve meter uitsluitend op aandringen van de bezwaarmakers. Ik denk dat we ons dat goed moeten realiseren. Dat was ook volgens het hoofd Grondzaken het meest haalbare, want die grond moet ook ergens vandaan komen natuurlijk: wat je opschuift, dat moet je ergens anders weer inleveren. En het was zijn advies om absoluut niet verder te gaan om daarmee het kantelen van het hele plan te voorkomen, want dan moet je terug naar af en dan val je terugop je oorspronkelijke opzet en dan heb je helemaal geen trottoir. Ik denk dat dit de meest zakelijke en juiste voorstelling van zaken is. Ik kom nog even terug op de informatie en de voorlichting van het plan. Die is volgens mij toch onvoldoende geweest. Er is inderdaad een hooavond (hoorzitting) geweest. Daarop hebben de mensen in eerste instantie het plan kunnen zien, later is die nadere invulling van de omgeving gekomen en niemand (tenminste heel veel mensen) hebben zich niet gerealiseerd dat dat eigenlijk een aardig prentje is, maar dat over dat gebied nog geen enkel besluit genomen is door deze Raad en dat dat ook helemaal nog niet aan de orde is. De meeste mensen zijn daarvan geschrokken. Die hebben zich niet gerealiseerd dat dat eigenlijk maar een "praatprent" was, maar juridisch nog niets te maken had met het bestemmingsplan "Conijnsberghe"Ik denk toch dat dat een misser van ons geweest is. We moeten dat in het vervolg beter, van mij part houden wij nog een tweede of een derde hoorzitting als dat nodig is, een gopede voorlichting is in deze zaken van het grootste belang. De voorzitter Nog andere leden van de Raad? Dhr. Rietveld Ik heb lang geaarzelf om er toch over te beginnen. Ik wil toch even terugkomen op een in mijn visie niets ter zake doende opmerking die u gemaakt hebt. Die refereren wij aan de rede van mevrouw Dales. Ik heb deels dit stuk ook gehoord. U zegt daar nogal wat mee en zeker als de mensen dat morgen lezen, dan kunnen ze daar altijd nog de conclusie aan verbinden die zij zelf wensen. Mevrouw Dales heeft onder andere ook nog een aantal andere zaken gezegd. Namelijk dat het bestuur niet in staat is te luisteren. Daar bedoelde ze niet alleen gemeenteraadsleden mee maar ook het College. Dat deze soms dictatoriaal optrad, eigengereid was etc. Als u deze rede aanhaalt en om daarmee aan te geven dat in deze de raadsleden gehandeld hebben conform wat mevrouw Dales gezegd heeft, dan maak ik daar ernstig bezwaar tegen. Ik vind het eerlijk gezegd zelfs een belachelijke opmerking. De voorzitter Nog andere leden van de Raad? Wel om dan bij dhr. Rietveld te beginnen: hij verkeert dan weliswaar in de situatie dat hij zegt de reden van mevrouw Dales gehoord te hebben, maar hij citeert verkeerd. Dat is heel jammer, want hij gebruikt termologien van bestuurscolleges die door haar in ieder geval niet in de mond zijn genomen.

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1992 | | pagina 102