GEMEENTE RIJSBERGEN
NOTULEN van de openbare vergadering van de raad van de gemeente Rijsbergen
gehouden op donderdag 21—03—1991 des avonds om 8 uur ten gemeentehuize.
AANWEZIG:
mevr. E.C.A.M. Baelemans-Goos;
dhr. J.C.M. van den Bemd;
mevr. M.C. van den Bemd-Deckers;Z0RCler hoofdelijke Stemming
dhr. P.L. Rietveld?
dhr. L.A.D.M. van de Rijzen;
dhr. M.A. van de Sande?
dhr. J.C.W. van Steenoven;
dhr. P.G.H.N. Utens;
dhr. A.J.M. Verschueren.
Door óe gemeenteraad
conform voorstel besloten
1 8 APR. 1991
dhr. J.H.L.H. Bourdrez (met kennisgeving)
dhr. C.A.J. Jochems (met kennisgeving)
DE VOORZITTER:
DE SECRETARIS:
dhr. N.J.L. de Jaeger,
dhr. F. Kuijper.
De voorzitter:
Opent de vergadering met het uitspreken van het ambtsgebed.
Wij hebben vanmiddag in de namiddag bericht ontvangen dat wethouder Jochems
is opgenomen in het ziekenhuis met hartklachten. De berichten die ik zo even
heb gehad uit het ziekenhuis zijn in ieder geval geruststellend. Hij zal
daar voorlopig nog enige tijd ter observatie moeten verblijven. Ik wil
wethouder Jochems vanuit deze plaats een snel herstel toewensen.
Vandaar dat hij vanavond niet aanwezig is en ik de portefeuille vanavond
moet overnemen.
1 VOORSTEL OVER HET RAPPORT "DE BREDASE STADSREGIO: SAMEN VERDER"/HET
KENBAAR MAKEN VAN WENSEN OVER EEN INTERIMWET AAN DE STAATSSECRETARTs
VAN BINNENLANDSE ZAKEN.
Dhr, van Steenoven:
Ik wil wethouder Jochems de nodige beterschap toewensen.
Tijdens de raadsvergadering van 28 juni 1990 was onze fractie erg ingenomen
met de nota "positionering van de gemeente Rijsbergen." Een rapport dat nog
steeds niet positief dan wel negatief beoordeeld is door de Provincie. Ons
inziens een jammerlijke zaak. Enige druk middels een door alle
fractievoorzitters ondergetekende brief in december j.l. om een uitspraak
van G.S., leidde ook niet tot het voor ons gewenste resultaat. Bij de
behandeling van het positioneringsrapport heeft het C.D.A. gesteld dat het
wel of geen deel uit maken van de Stadsregio, bepalend kan zijn voor de
toekomst van Rijsbergen. De fractie C.D.A. heeft toen ook gesteld dat we ten
aller tijden op de hoogte gehouden wilden worden van de voortgang rond de
stadsregio en dat de raad niet geconfronteerd wilde worden met niet meer
terug te draaien zaken. Los van het feit of wij ons in de inhoud van het
rapport van de commissie Konijnenbelt kunnen vinden, concluderen wij tot
onze tevredenheid dat aan deze eis gehoor is gegeven. Wij hebben vanavond
maar 1 vraag aan het college. Via een interpellatie tijdens de
AFWEZIG: