- 15 -
opstelling in acht te nemen. Zorgen dat er niet teveel verplichtingen
ontstaan. Als ik de conceptovereenkomst goed gelezen heb is daar nogal wat
ruimte voor. Dan bedoel ik m.n. artikel 2 en 9.
Mevr, van den Bemd:
We hebben van de week ook weer kunnen constateren in Breda dat er bepaalde
vormen zijn die je gewoon samen moet doen omdat je dat als Rijsbergen niet
alleen kan. Toch zou ik willen weten van u of er eens op een rijtje gezet
kan worden wat we uiteindelijk zelf doen, en wat we in de zeer nabije
toekomst gezamenlijk gaan doen, want die hele milieutechnische samenwerking
krijgt gegarandeerd nog wel ergens vervolgtrajecten. Want iedere keer
opnieuw komt er iets wat milieu heet.
Dhr. van de Sande:
Een paar vragen meneer de voorzitter, waar in de commissie ook al over
gesproken is, waar de wethouder op terug zou komen. Dat is
a. Het werkprogramma 1991 wat een maand na ondertekening gereed moet zijn,
kunnen we inderdaad aan die plichten voldoen.
b. Welk bedrag is via de begroting gebudgeteerd voor deze zaken t.a.v. het
milieu. Ik denk dat wij erg kritisch met het contract om moeten gaan en
steeds moeten blijven volgen van welke zaken moeten we doen en
kunnen we zelf doen. Ik zou toch zoals in de commissie gezegd, per
kwartaal even evalueren van wat is er gedaan en wat staat er op het
programma. Vooral die eerste vraag vind ik erg belangrijk want we hebben
plichten volgens het contract.
Wethouder Utens:
De vragen die gesteld zijn die hebben in zijn algemeenheid toch een
gelijkluidend karakter. Het voorliggend convenant en de modelovereenkomst is
het belangrijkste. Ik heb het u in de commissie reeds aangegeven dat wij een
bilaterale dus een onderlinge overeenkomst met de gemeente Breda zullen
sluiten Ik heb u in de commissie aangegeven wat onze intentie is. Die is
vrij duidelijk. Wij liggen op dit moment op schema met ons h.u.p-programma.
Dat gebeurt op dit moment inderdaad door een particulier bureau. Met de
MTS is afgesproken dat wij vooralsnog 1991 die werkzaamheden door dat
bureau zullen worden gedaan daar m.n. die zaak op schema ligt en we dat
graag zo willen houden. Vandaag kan ik het programma nog niet overleggen,
omdat er nog onderhandelingen over worden gevoerd. Het is voorals nog de
bedoeling dat die 100 uur die ons verstrekt worden vanuit de zogenaamde
B.U.G.M. -gelden, dat we die primair in gaan vullen met die M.T.S. Breda. We
zijn op dit moment aan he4t bekijken om in iedergeval de gelden van 1990 te
besteden. Dan kom ik gelijk bij de opmerking van meneer van Steenoven, die
gelden kun je niet parkeren. Alleen voor 1990 proberen we nu die gelden te
behouden, anders moeten we ze namelijk terugstorten. We zijn daarover in
onderhandeling, met die M.T.S. en ik hoop die onderhandelingen op korte
termijn af te kunnen ronden omdat je dan anders wel met die gelden in de
problemen zou komen. We hebben ze, we kunnen ze besteden, en moeten dat ook
inderdaad invullen want vervolgens zul je aan moeten geven richting Rijk wat
je met die gelden gedaan hebt.
Voor 1991 ben ik daar niet zo bang voor, u refereert er al aan. Zoals de
vooruitzichten toch zijn, ondanks dat we wat vertraging opgelopen hebben met
het opstellen van de besteksvariant voor Brabant-Chemieverwacht ik toch
dat we in 1991 daar toch wat nadere gegevens over ter beschikking zullen
krijgen. Dan is het de bedoeling om de M.T.S. Breda daar naar te laten
kijken en dat we nu ook daadwerkelijk een invulling willen geven aan die
B.U.G.M gelden. Nogmaals dat zijn detailzaken. Ik wil daar toch niet te vee
op ingaan omdat iedere fractie dat werkprogramma wil zien. Zodra dat