- 15 - in de Hooiberg niet in gevaar te brengen. Wij baseren dit voorstel, in onze brief van 12 januari omdat we gerelateerd hebben naar de groeiklasse 2 van de gemeente Rijsbergen. Naast globaal een 30 - 35 woningen zoals in een eerder raadsvoorstel in oktober aangenomen is, een budget van 15 vrije sectorwoningen. Wanneer dit voorstel aangenomen wordt dan is het de komende vier jaar zo dat de projectontwikkelaar het recht heeft om zijn woningen eerst te realiseren voordat de gemeente vrije sectorwoningen in kan vullen in het project Hooiberg. Gevolg de renteverliezen komen voor rekening van de gemeente Rijsbergen. Dat later mogelijk weer doorberekend gaat worden naar de jaarlijkse lasten van de bewoners van onze gemeente. Ander probleem met het contract is, de overdracht van de ene naar de andere exploitant. Dat moet o.i. scherper afgedwongen worden. De bankgarantie, het bedrag wat vermeldt staat dat, 100.000,00 wat teruggegeven zou worden na voltooxng van het bouwrijp maken van het project is o.i. niet voldoende. Wij willen een langere uitloop. Wij willen naar een uitloop toe dat het bouwproject volledig voltooid is. Er kunnen altijd nog onvoorziene zaken en nalatigheden voorkomen bij afronding van het complex. Je moet als gemeente je waarborgen beter inbouwen. Hoe denkt het college alsnog een mogelijke ruiling van grond te kunnen realiseren zonder dit op te nemen in het contract? Waarom heeft het college bijvoorbeeld niet vanaf 12 januari 1989 openheid van zaken gegeven toen de exploitatieopzet al bekend was? Inmiddels is er weer een renteverlies voorberekend van 300.000,00. Gaarne een uitvoerige toelichting van het college waarom in vertraagd tempo gehandeld is. Want in principe was het voorstel over deze kwestie in mei 1990 te behandelen in de commissie Grondzaken. Waarom heeft het college nooit medegedeeld dat de exploitant bereid was de grond eventueel te verkopen aan de gemeente Rijsbergen. Hoe denkt het college te handelen, of wat verwacht het college van de bezwaarschriften. 6 stuks, die ingediend zijn met dit plan. Zijn de bezwaarschriften van dien aard dat e.e.a. door regelgeving en jurisprudentie geen gevolgen, of geen vertraging op zou lopen bij de uiteindelijk uitvoering van het bestemmingsplan. Wij delen zeker de mening van het college, als wij in het dossier lezen de opmerking dat Conijnsberghe een goed en leefbaar woongebied moet worden en blijven voor Rijsbergen. Derhalve dienen wij zorgvuldig te handelen, en heeft het gemeentebestuur, raad en college de verantwoordelijkheid hiervoor in de lengte der jaren te zorgen. Derhalve begrijpt de fractie Dorpsbelangen de mening van het college niet, het op onbelangrijke punten gewijzigde voorstel nu te behandelen. Onze fractie zou voorstander zijn om via de commissie op 4 februari het punt nader te bespreken en op de agenda te plaatsen. De raadsagenda van maart. Dat willen wij dan ook zeker aan het college en de overige raadsleden voorleggen, dat zorgvuldigheid voor deze zaak een noodzaak is Mevr, van den Bemd: Mijn verhaal kan ik korter houden, omdat een groot deel van de vragen en opmerkingen reeds gesteld zijn door de heer van de Sande. Deze worden door ons voor het over grote deel gesteund. Wij zitten hier nu met een plan Conijnsberghe wat voorziet in de bouw van een aantal vrije sector woningen. In een vorige vergadering hebben wij u al eens gezegd, dat het beleid van de gemeente in het verleden zodanig geweest is, dat in elke wijk een evenredige deel vrije sector-premie of woningwet

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1991 | | pagina 59