- 9 - Op de vraag over de hinderwet zegt hij dat hij zich niet kan indenken dat er sprake is van grote verschillen m.b.t. de voortgang van het traject van het inhalen van de afgifte van de vergunningen. Meer gespecificeerd zou hij hier geen inhoud aan kunnen geven. Hij weet ook niet of er vanuit de portefeuillehouder daar zicht is op de activiteiten. We liggen op de planning bij. Een deel van de werkzaamheden wordt door ons zelf gedaan, en een deel wordt uitbesteed aan de milieudienst in Breda en een deel wordt uitbesteed aan een particuliere onderneming die ons daar bij behulpzaam is. Dat alles bij elkaar brengt met zich mee dat daar kosten uit voortvloeien. U weet dat er met betrekking tot de milieudienst dat daar afspraken over zijn die binnen de zgn. BUGUM-gelden zitten. De rest dat moet verrekend worden. En dat zal ook tot uitdrukking moeten komen straks in de opbrengsten. Maar dat zien wij op het eind van het jaar. Dan moet de zaak glad lopen. Hij denkt dat dat een post is waarover we ongetwijfeld inhoudelijk en zeker gekoppeld aan de beleidsmatige kant, nog een keer moeten praten bij de vaststelling van de jaarrekening. Want dit is een tussentijdse bijstelling aan de hand van wat globale inzichten. Dhr. Van de Sande had een vraag met betrekking tot de waterlopen. Of dit uitgevoerd is. De informatie die de voorzitter aangereikt krijgt is dat de onderhoudszaken dat die normaal zijn uitgevoerd. Met betrekking tot de tussentijdse informatie daarvan zegt hij dat het bekend is dat het een algemene wens is van de gehele raad, om met betrekking tot het geïnformeerd zijn over de voortgang van het lopende begrotingsjaar, daar wat dichter bij betrokken te worden. Vandaar ook dat we dit jaar al voorzichtige stappen op die weg hebben gezet. De frequentie moet wat dat betreft verhoogd worden, en daarover hebben we dan ook duidelijke afspraken voor gemaakt om dat per kwartaal in 1992 te gaan doen. Ook gekoppeld aan de beleidsnota van 1992 om de kunnen volgen wat daar ook van tot uitvoering komt. Dhr. Van de Sande zegt dus dat betekent dat we de begrotingswijziging op deze wijze voor de laatste keer voor ons hebben. De voorzitter zegt dat dit een foute conclusie is want begrotingswijzigingen moeten nu eenmaal op deze manier voorgelegd worden. Dus ook als we er straks in slagen om per kwartaal de zaak bij te stellen, dan krijgen we ook dit soort begrotingswijzigingen. Alleen ligt daar wel iets meer aan ten grondslag vandaar dat hij ook bewust heeft genoemd de koppeling met de ontwikkeling van het uitgaven- en inkomstenpatroon voor het betreffende dienstjaar, gekoppeld aan de beleidsnota waarin we ons hebben voorgenomen gezamenlijk een aantal activiteiten te gaan ontplooien. Dus niet alleen het puur cijfermatige voortgangscontrole. DhrVan de Sande zegt dat hij dan op dezelfde lijn zit als de voorzitter. De raad gaat akkoord met het voorstel van burgemeester en wethouders. 15. VOORSTEL TOT HET AANGAAN VAN EEN GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING BESTUURSACADEMIE ZUID-NEDERLAND. (BIJLAGE 162) Mevr. Van den Bemd zegt dat wanneer zij dergelijke voorstellen onder haar neus krijgt, zij altijd even gaat kijken of er een addertje onder het gras zit. De commissie is hierin niet gehoord. Zij heeft begrepen dat er echter heel erg snel beslist moet worden. Er leven bij Werknemersbelangen een aantal vragen waar zij graag antwoord op zou willen hebben. Er wordt gesteld dat in de huidige regeling wij een bepaald bedrag betalen en daarboven op betalen we lesgeld. In de nieuwe regeling wordt er f 1.400,gevraagd. Dat is nogal wat minder. Maar dat geldt alleen voor algemeen dienstverleningspakket. Zij zou graag willen weten wat het verschil is

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1991 | | pagina 328