- 43 - voormalige kleuterschool. Maar het heeft geen enkele nut om daar op dit moment uitspraken over te doen. U krijgt die van mij ook niet. We zullen dan eerst feitelijke stukken op papier moeten hebben. Eerder is het, denk ik, voorbarig om daar ook maar enige verwachting te gaan wekken. Mevr, van den Bemd Het gaat mij er ook niet zozeer om dat er concreet aangegeven wordt wat ons voor ogen staat. Ik kan mij voorstellen dat het nog eventjes op zich laat wachten. Alleen bestaat bij ons de zorg (even om de onduidelijkheid weg te nemen)dat wanneer we niet oppassen (maar misschien ligt dat met schoolbesturen anders dan met vrije bedrijven); kijk er zit een dorpsplan aan te komen en als die panden vrijkomen is het natuurlijk best aantrekkelijk om te proberen het een en ander te verwerven. Daar gaat het ons om. Dat is de achterliggende gedachte. Dhr. Utens Als er ontwikkelingen op dat gebied zijn, dan zullen wij u die uiteraard melden. Op dit moment moet u mij excuseren. Als er ontwikkelingen zijn dan zullen wij u die melden. U maakt een opmerking over de betrokkenheid van de gemeente bij de school op het AZC. Ik heb u aangegeven dat wij daar zeer terughoudend in zijn. Ik heb u ook de rol van het ministerie aangegeven, gezien het specifieke aspect wat onderwijs aan kinderen van asielzoekers inhoudt en de problemen die het schoolbestuur daar mogelijk van zou kunnen ondervinden. Dan denk ik mogelijk aan aanstelling van speciale leerkrachten voor welke termijn etc. (al dit soort detailzaken)vandaar dat wij als gemeente wel de gesprekken volgen, maar primair de zaak tussen schoolbestuur, AZC en ministerie geregeld willen zien, omdat met name daar primair de taak ligt. Vandaar ook dat het wat moeilijk aan te geven is, buiten dan de gemeentelijke bevoegdheden, als het gaat om toezicht op de leerplichtwet bijvoorbeeld, om maar eens een voorbeeld te noemen. Maar dat zijn gewoon gemeentelijke taken, maar extra inspanningen e.d., daar nemen wij een behoudend standpunt in op dit moment als college. We zeggen: we vinden toch dat dit primair aan partijen is om die zaak op te lossen. Ja, Rijserf-notitie totaalbeleid: ja, ik verval in de gemaakte opmerkingen. Bij dat totaalbeleid hoorde ook de Rijserf-notitiedat is duidelijk. Daarom kunnen wij definitief aan de slag, denk ik. Ja, u vraagt waarom wij het steunfonds los moeten laten. Daar is een verklaring voor gegeven. De wijzigende wettelijke regelingen voor de sociale wetgeving alsmede ook vormen van bijzondere bijstand. U gebruikt dan de term: "Mag het ietsje meer zijn". Het is ietsje meer. Het is op maat. Dat heb ik u ook aangegeven. De vormen van bijstand, zoals die op dit moment voor handen zijn, willen wij ook in die gevallen gebruiken, daar waar het wettelijk kader aanwezig is en waarvoor ook de mogelijkheden voor handen zijn. Ik heb u ook aangegeven dat elders vormen van steunfondsen op dit moment ook teruggeschroefd worden omdat met name bijzondere bijstand verleend kan worden. Brabant Chemie, prioriteitsstelling: Nogmaals; we delen de zorg met u. We blijven driftig in de weer om de zaak in ieder geval wellicht nu op schema, als het gaat om het saneringsbestek, en inderdaad ook doen wij uiterste pogingen om ook het vervolg gerealiseerd te krijgen en uiteindelijk ook een goed inzicht in de financiële afwikkeling. Dan kom ik tot slot bij de opmerkingen van de heer van de Sande: Dorpsbelangen. De heer van de Sande begint over de scouting, locatiekeuze. Daar ben ik heel duidelijk in. Ik heb dit gisterenavond ook verwoord. Dat staat niet ter discussie. Daar hebben we ook niet over gesproken. Binnen de commissie Welzijn, dus daar praten we nu verder niet over. Conform de advisering van gisterenavond, die dan weliswaar op een wat andere wijze ondersteund wordt dan door de overige drie fracties, maar daar hebben we van afgesproken dat dat advies doorvoeren naar het college en vervolgens zult u daarvan de resultaten terugzien. U refereert ook aan, als

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1991 | | pagina 312