- 34 - voorgaande traject, daar is dat heel nadrukkelijk aan de orde gekomen, dat ook over een weer tussen fracties is geluisterd van hoe komen we uit de problemen (want we zaten ook voor een enorm probleem)dat wij als college hebben ervaren hoe moeizaam en hoe moeilijk het ook was en in ieder geval in deze raad in grote mate getracht is naar elkaar te luisteren. Dan is het geen enkel probleem dat als je dan geconfronteerd wordt met het eindprodukt, wat toch een afspiegeling is van hoe je daartoe bent gekomen in gemeenschap pelijk overleg, dat er natuurlijk bij een Algemene Beschouwing nog eens een kanttekening wordt geplaatst. Daar hebben wij bepaald geen moeite mee; laat daar nogmaals geen onduidelijkheid over bestaan. We hebben wel de zorg dat als dat wat al te sterk en zonder verbindingen met die hele voorgeschiedenis wordt gesteld, dat dat naar buiten toe de indruk kan wekken, alsof het allemaal maar (laat ik het zo maar zeggen) prutteboel is, terwijl wij met zijn allen weten, dat we zeer intensief (hoeveel vergaderingen extra en informeel overleg hebben we er niet aan besteed)toch getracht is om de problemen te tackelen. Natuurlijk, de een zal op onderdelen wat meer terugvinden dan de ander, maar ik denk toch dat (en dat heb ik ook bij het CDA, Rijsbergs Belang en Werknemersbelang beluisterd)dat men toch zegt er blijven natuurlijk wensen, maar binnen de gegeven mogelijkheden blijft er nog ruimte over om te zeggen van: we kunnen daar in ieder geval mee leven. Ik denk dat dat op zich een goede stap in de richting is van het moment waarop wij een jaar geleden vertrokken en toch nu mogen constateren (dat blijkt ook nu vanavond) dat hoe we de discussies kunnen voeren, dan geeft dat toch in ieder geval perspectief voor de toekomst. Laat ons alstublieft maar zeggen: laat er nog veel te wensen overblijven, maar laat ons dan ook gemeenschappelijk zoeken naar mogelijkheden om die problemen te tackelen. Ik denk dat dat onze gmeeenschappelijke uitdaging is en er hoeft zeker in de persoonlijke waardering geen enkele negatieve uitstraling van te ontstaan. Ja, mijnheer van de Sande, dan ontkom ik er toch niet aan, want ik zou daarmee de indruk wekken, alsof de toonzetting zoals u hem nu zelfs ook in tweede instantie voert, of die gedekt wordt door datgene wat er in feitelijkheid in de afgelopen maanden is gebeurd. Ik zou ook in uw richting van uw fractie, met name toch nog eens willen wijzen dat ook in uw richting duidelijk is getracht om u bij dat hele proces te betrekken, democratie betekent op een gegeven moment dat het "hoor en wederhoor" is, en ik denk ook dat ik enige afstand moet nemen van als u zo sterk poneerd; de heer van Steenoven heeft er al op gereageerd: als zou er in dat hele voorbereidings traject een negatieve advisering zijn geweest. Of u heeft het anders gezegd: geen positieve advisering. Ik waag dat voorzichtig gezegd te betwijfelen. Er zijn wel degelijk kritische kanttekeningen geplaatst, maar er is in de advisering vanuit de commissies geen negatieve advisering geweest met betrekking tot begroting en meerjarenraming. Ik heb er toch behoefte aan om dat te zeggen want het is niet de realiteit. Dhr, van den Bemd Met name de heer van de Sande die probeert duidelijk te maken (u zat daar zelf als portefeuillehouder Financiën ook bij)toen de begroting in de commissie Welzijn is behandeld, dat er toen reacties gemaakt zijn door alle fracties, maar dat alle fracties zich het recht voor hielden, om tijdens de begrotingsbehandeling in de raadsagenda, om hun definitieve standpunt in te nemen. Dat is de juiste weergave, zoals het door alle fracties is verwoord. Dat bedoeld, denk ik, ook college van de Sande te verhalen. De Voorzitter Ja, dat is mij bekend, maar ik denk ook dat de omgangsvormen in het politie ke vak zodanig zijn, dat een goed verstaander daarin heel goed weet wat die woorden betekenen. Het is ook niet zo dat het college er vanuit gaat dat advisering van de commissie betekent van: jongens het is gebakken koek. Maar

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1991 | | pagina 303