- 9 - gemeentebestuur, het korps in de gelegenheid wordt gesteld, om te beschikken over middelen die beantwoorden aan hun taak en ik denk ook dat we mogen stellen dat we, zeker op de korte termijn, maar ook op een beetje middellange termijn, we voorlopig uit de voeten kunnen, omdat het materiaal up-to-date is. We moeten ook proberen, denk ik, bij aanschaffen van materieel enige nuchterheid te betrachten, want er is natuurlijk ontzaglijk veel te koop op het gebied van brandbestrijding, maar of het allemaal effectief is en of iedere gemeente dit allemaal afzonderlijk moet hebben. Ik denk dat voor een groot aantal zaken, we vanuit de samenwerking van de brandweer in stadsgewestelijk niveau, in ieder geval een voldoende afdekking hebben voor calamiteiten, die zich op ons grondgebied zouden kunnen voordoen. Ik denk dat u daar ook uit zult begrijpen dat het niet mogelijk is om nu precies aan te geven, hoe die kosten-baten analyse ligt voor zaken in de sfeer van openbare orde en veiligheid. Als we praten over openbare orde en veiligheid, dan is de politie-organisatiede uitvoerende instantie, met een eigen budget en een eigen begroting vanuit Justitie. Het is wel zo dat in de nabije toekomst er steeds meer een beroep zal worden gedaan op gemeentebesturen om in het kader van de bestuurlijke preventie - en dan denk ik met name aan zaken van criminaliteit - er een veel nadrukkelijker betrokkenheid zal zijn. Maar dan praten we duidelijk over de preventie. Dan vraagt u maar dat is eigenlijk ook inherent waar u elk jaar de nadruk op legt en daar aandacht voor vraagt, is het aspect voorlichting met betrekking tot alles rondom tarieven/belastingen, maar in dit jaar wijst u met name erop of het niet mogelijk is het aangiftebiljet voor de hondenbelasting gelijktijdig te verzenden met de aanslagen O.G.B.. Vervolgens vraagt u om straffen op te nemen bij het niet reageren en de opbrengsten te besteden aan het verstrekken van herkennings- of controlepenningen. In het beleidsvoornemen ligt al opgesloten dat met betrekking tot de aangifte en controle er voornemens zijn om dat wat nauwlettender te gaan aanpakken. Ik denk dat wij daar morgenavond in de commissie Bestuurlijke Aangelegenheden nader op terug komen, want er kunnen namelijk koppelingen gamaakt worden, maar ook daarvoor is bestuurlijke besluitvorming noodzakelijk. Daarover zal morgenavond ook een discussie gevoerd worden. Mevr, van den Bemd Daarom zou ik dat van u willen weten. De voorzitter Ja maar op enig moment zijn er stroomversnellingen in bepaalde ontwikkelin gen en u wilt op de hoogte gehouden worden. Zeker op het traject van de wijzigingen in de politie-organisatie vraagt ons op het ogenblik erg veel tijd en aandacht. Nu als u bij wilt blijven zult u ook op alle momenten die zich daarvoor lenen ook willen bijpraten. Dan kom ik toe aan de fractie Dorpsbelangen. Ik meen dat ik met betrekking tot uw vraagstelling omtrent de O.G.B. de informatie al heb beantwoord. Die problematiek is destijds aangekaard door het CDA. Ik heb ook die fractie toegezegd dat ik hun daarover zou informeren en dat volgelijk daaraan ook alle informatie naar de totale raad toekomt. Ik denk dat in het verkeren met elkaar, dan als iemand de vraag stelt, dat je hem ook eerst persoonlijk antwoordt. Gelet op de inhoud van die zaak, dat die direct daarna, of eigenlijk gelijktijdig, ook naar de overige raadsleden toe zal gaan. Ja, u vraagt dan of wij eens zouden willen toelichten wat de intentie is van de opmerking in de nota van aanbie ding over de relatie van toenemende werkzaamheden en de aangekondigde uitbreiding met enkele formatieplaatsen. Ik denk dat het iets genuanceerder is: we hebben getracht voor zover wij een inschatting kunnen maken om in de nota te verwoorden dat het niet uitgesloten is dat mogelijk op dat punt er een nadere discussie zal moeten worden gevoerd over het uitbreiden van het aantal formatieplaatsen, maar dat zal niet eerder kunnen gebeuren dan nadat

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1991 | | pagina 278