- 4 - is gepubliceerd over trendmatige verhogingen in de Staatscourant; dat is ook het cijfer wat door het Rijk wordt gehanteerd, derhalve nemen wij als gemeente dat cijfer over om daarmee geen te grote verschillen te krijgen omdat ook vanuit het Rijk bedragen daarop worden afgerekend. Dan een vraag met betrekking tot - en die is ook door andere aan de orde gesteld - de mogelijkheden die de wet biedt voor het verhalen van kosten tot 100%. Wij kunnen in onze tarifering gaan tot 100% dekking van de tarieven voorzover die tarieven betrekking hebben op verleende diensten. Zoals ik toestraks al zei is het de bedoeling om daarnaar ook te streven. Het is misschien toch goed om ook hierbij op te merken dat we daar met ingang van 1 januari niet volledig in zullen slagen omdat ook uwerzijds is gevraagd om inzage te hebben in de opbouw van die kosten. Wij voorzien - en er is meen ik ook in de nota van aanbieding al iets van gezegd - dat er in de loop van 1992 over de systematiek van de toerekening van een aantal kosten nog afzonderlijk van gedachten zal worden gewisseld. Dat heeft overigens geen problemen dat we dan met de doorvoering daarvan zouden moeten wachten tot 1 januari 1993, want tussentijds als daar consencus over is bereikt, kan nog in de loop van 1992 bijstelling plaatsvinden. Ja een andere vraag die wij natuurlijk hadden verwacht is die van: "hoe zit het nu met de perikelen die er zijn geweest rondom de O.G.B.-belasting voor het jaar 1992". Er is door de fractie CDA in mijn richting als portefeuillehouder een gesprek over gevoerd. Ik heb ook toegezegd dat we alvorens conclusies te trekken, dit eerst grondig zullen onderzoeken. Dit onderzoek is nagenoeg afgerond: waar verschillen zijn geconstateerd, zijn die inmiddels met betrokkene gecorrigeerd. Voor zover men op grond van die constateringen geen bezwaar had ingediend, maar wel in dezelfde situatie verkeerde is dat ambtshalve gedaan en de verwachting is dat een totaal-rapportage uw raad - of ik moet eigenlijk zeggen in de betreffende vakcommissie - wat uitvoeriger aan de orde zal komen, alleen moet daar even clementie bij betracht worden omdat de betreffende ambtenaar die dat behandeld, momenteel met vakantie is. We willen dat in ieder geval nog dit jaar proberen met u af te handelen. Dan is er een vraag - ook vanuit de CDA-fractie - met betrekking tot voorstellen over de uitbreiding van het kabelnet, de centrale antenne-inrichting in het buitengebied. Op pagine 25 van de nota van aanbieding is met betrekking tot die aangelegenheid al het nodige vermeld. Afgelopen maandag is daarover in de commissie Grondzaken ook al een voorstel geweest. Er werden daar vragen gesteld, die op zich zeer begrijpelijk waren, maar wij kunnen die informatie op zo'n korte termijn onmogelijk aanleveren: dat betreuren wij, waardoor een spanningsveld dreigt te ontstaan dat waar we in het verleden hebben afgesproken met elkaar - met name in februari 1990 is dat aan de orde geweest - daar waar gegraven wordt, zoveel mogelijk ook kabels mee de grond in te doen, dat we nu in de situatie zouden dreigen te komen (ik zeg dat nog even met de nodige voorzichtigheid) dat dat niet zou lukken. Ik heb vandaag nog met de betreffende afdeling daar overleg over gehad. De twee simpele vragen - niet minder serieus - maar ze lijken op zich heel simpel, dus het ligt voor de hand te denken dat daar heel snel antwoord op gegeven zou kunnen worden. Dat kunnen we maandag niet en we kunnen dat ook deze week nog niet. We zitten voor het probleem dat aanstaande maandag PTT gaat graven, overigens over een traject waar ook al vragen over zijn gesteld. We zouden daar heel graag toch die kabel mee in kunnen doen. Daarmee doen we misschien een wat groot beroep op uw vertrouwen om toch die dertig duizend gulden in te verdienen, maar dan zou ik de uitdaging met u aan willen gaan, als dat een slechte zaak zou zijn, rekent u dan maar met mij af, als achteraf blijkt dat het een slechte zaak is. Als u vraagt van wij willen die beslissing nemen aan de hand van informatie die we redelijkerwijs nodig hebben: dat wordt van onze kant ook niet betracht, dan moeten wij er het antwoord op schuldig blijven. Het zal toch jammer zijn als achteraf geconstateerd zou worden dat het een gemiste kans zou zijn. Als u die ruimte toch nog wilt geven dan horen we dat graag in tweede instantie.

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1991 | | pagina 273