- 24 - men een overeenkomst met betrokkene aangaat. Die overeenkomst ligt voor, daar dient de discussie zich vandaag ook te beperken. Hoe interessant ook andere aspecten zijn m.b.t. kwaliteit tot woonomgeving en zulke dingen, dat is een discussie die hoort thuis bij de bespreking over het bestemmingsplan. Maar het is niet zo dat als we grond hebben, we ongelimiteerd kunnen bouwen. Wij weten ook als een bestemmingsplan wordt ontwikkeld, dat het dan nog niet zo is dat we ongelimiteerd onze gang kunnen gaan. Ook dan wordt bij de goedkeuring de bepaling opgenomen in hoeveel jaar we dat bestemmingsplan kunnen aanwenden. Dhr, van de Sande; De voorzitter heeft de suggestie gewekt dat er onbeperkt vrije sectorwoningen kunnen worden gebouwd. Dat was voor hem de vraag namelij k. De voorzitter: Hij mag ook aannemen dat een raadslid de meest elementaire elementen weet die hij moet hanteren m.b.t. de regels waarmee hij geconfronteerd wordt. Er ligt een overeenkomst voor en er wordt van alles en nog wat bijgesleept, van wat mogelijk misschien allemaal zou kunnen gebeuren. Hij denkt dat we de zaak zuiver moeten houden. U kunt uw oordeel uitspreken over de overeenkomst met de projectontwikkelaar die hiervoor ligt. Of de resultaten van de onderhandelingen u aanspreekt ja of nee, daar moet u zich over uitlaten. Dhr, van de Sande: vindt dat een verstandig bestuur ook de gevolgen van de overeenkomst moet inzien en beoordelen op zijn merites. Dat wil de voorzitter hem ontnemen en dat vindt hij bezwaarlijk. De voorzitter: zegt dat hij dat beslist niet wil maar dat hij zelfs dhr. van de Sande wil behoeden. Dat is de taak van het college. M.b.t. de technische zaken heeft hij gezegd dat het zaken zijn die bij het bestemmingsplan thuis horen. Het is zo dat de aanpassing van de trottoirs heeft plaatsgevonden t.o.v. het oorspronkelijke plan. Daar heeft een verkleining plaatsgevonden van de bouwkavels t.b.v. de trottoirs langs de van Oosterhoutstraat en de toegang tot het terrein. Gelet op de verkeerslijn die in dat plan gehanteerd zal worden, denken we dat daarmee op een voldoende manier tegemoet gekomen is aan de oorspronkelijk bezwaren op dat onderdeel. Het zal duidelijk zijn, dat dit nogmaals het resultaat is van de onderhandelingen die hebben plaatsgevonden. Dat het aan de raad is om daar zijn oordeel over uit te spreken. Wij zijn van mening dat met de projectontwikkelaar wat dit soort zaken betreft niet veel verder te

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1991 | | pagina 24