Het doet ons in ieder geval deugd dat u zich kunt vinden in de overeenkomst
zoals die nu voorligt. Het zal duidelijk zijn dat we evenals in het verleden
hebben gedaan, de ontwikkeling m.b.t. de openbare orde en alles wat daar an
nex aan is dat het voordurend onderwerp van bespreking is m.b.t tot het ge
voerde beleid. In dat verband stelde de heer van Steenoven een vraag, die
mogelijkerwijs toch weer opnieuw aanleiding zou kunnen geven tot wat verwar
ring (ik zeg dit met de nodige zorgvuldigheid)Ik heb ook bij de begrotings
behandeling van vorig jaar gezegd dat het beleid t.a.v. openbare orde dat
dat onderwerp van evaluaties doordraad conform ook datgene wat de wet daar
over zegt. Ik kan alleen maar herhalen wat ik ook bij eerdere gelegenheden
heb gezegd, dat indien daar aparte aspecten bij aan de orde komen en waar de
burgemeester ook verantwoording over dat beleid aflegt. Ik zal me daar laten
bijstaan afhankelijk ook van het onderwerp en de moeilijkheidsgraad die daar
soms ook bij speelt, hetzij door de chef van de plaatselijke politie hetzij
door de officier van de justitie. Ik denk ook dat u er rekening mee mag hou
den dat los van deze overeenkomst, de heer Rietveld verwees er al even naar,
dat ook de op gang zijnde reorganisatie van de politie met zich mee zal
brengen dat u als raad op een veel intensievere manier bij dat beleid van
openbare orde en veiligheid betrokken zult worden. Dat u erop kunt rekenen
dat de door u verlangde bijeenkomst rechtstreeks met de politiefunctiona
rissen inderdaad zal plaatsvinden m.n. tegen de achtergrond van die hele
reorganisatie. Los daarvan blijft het halfjaarlijkse beleid voordurend onder
werp van discussie. Ik denk dat we ook middels commissie B.A. zullen moeten
zien of er op enig moment aanleiding is om bepaalde aspecten van dat beleid
om daar wat dieper op in te gaan en of die zich ook lenen voor een bredere
discussie eventueel met de totale raad. Dat blijft ook mijn intensie. Dat is
ook uw betrokkenheid bij dat hele gebeuren dan zullen we ook proberen zo
goed mogelijk inhoud eraan te geven. De heer Rietveld zegt nog de financiële
consequenties. Het heeft op dit moment geen financiële consequenties omdat
het een samenwerkingsovereenkomst is binnen de huidige structuur die dat
mogelijk maakt binnen de huidige politiewet. U refereerde er al even naar,
er zijn een aantal veranderingen op komst. Ik denk dat wij u niet op voor
hand kunnen garanderen dat er in de toekomst geen enkele consequenties zal
zijn in financiële zin. Het is namelijk nog de vraag hoe in de nieuwe situ
atie en ook als de nieuwe politiewet door de kamer is behandeld er dan
duidelijk zal zijn welke betrokkenheid er van de gemeenteraden zal zijn.
Meer dan alleen beleidsmatig maar ook op materiële zin bij het in standhoud
en van de plaatselijke openbare orde-veiligheidsbeleid. Als u een stuk zorg
daarover wil uitspreken dan deel ik met u die zorg. Ik denk dat er tendensen
zijn die aanleiding geven om voor gemeenten zoals de onze toch allert te
blijven dat we niet op enig moment in een traject meegesleurd worden die tot
gevolg hebben dat we weldegelijk financiële consequenties zullen hebben om
dat taken vanuit de rijksverantwoordelijkheid in dit geval van de minister
van justitie toch op de een of andere manier afgesproken gaan worden naar de
gemeenten. We moeten de discussie in de kamer daar nog over afwachten, voor
alsnog is het beleid erop gericht dat wij als gemeente niet voorop zullen
lopen om al te gemakkelijk taken met financiële consequenties naar ons toe
te halen. Ik heb zoéven al gezegd, in de komende maanden in dat hele reorga
nisatie- en veranderingsproces zult u ook als raad ten nauwste bij die mate
rie betrokken zijn voor zover het ook de plaatselijke en regionale schaal
betreft
De raad gaat akkoord met het voorstel van burgemeester en wethouders.
17. Voorstel inzake openbaar onderwijs, als bedoeld in artikel 63, lid 1
sub b Wet op het basisonderwijs.
(Bijlage 121)
Dhr. Rietveld: