- 18 - de vergadering een antwoord gegeven worden. Als je het bij mededelingen doet of je doet enige dagen tevoren het onderwerp wat je graag ingebracht wil zien naar de voorzitter van de betreffende commissie, dan denk ik dat het best aan de orde gesteld wordt. Dat alles bij elkaar overwegende heb ik met deze tekst absoluut geen problemen. Dhr, van de Sande; Wij hebben nu alle fracties openbaar die we hebben in Rijsbergen, ik vind ook dat we uniformiteit moeten hebben als we de rondvraag in zouden voeren. Ik ben van mening en wij zijn van Dorpsbelangen van mening dat we het bij alle commissies moeten doen. Bij de commissies hebben we uniformiteit, en er wordt nog bestudeerd over de aanpassing van de bestuurlijke nota. Dus ik zou de vraag gewoon terug willen leggen. Als we het bij de ene commissie doen moeten we het ook bij de andere commissie doen. Uniformiteit en regeling in duidelijkheid. De voorzitter: Ik zit in een moeilijk pakket. Ik dacht dat wij dit onderwerp voldoende m de commissie B.A. en ook in de juiste context hadden doorgesproken. Ik zit nu met het gegeven dat wat toen kennelijk is besproken niet meer staande wordt gehouden. Dat zou mij noodzaken om het voorstel terug te nemen. Ik zou dat in hoge mate betreuren als het zo zou moeten gaan. Ik wil nog 1 poging wagen. Ik kan in de beantwoording eigenlijk volstaan bij hetgene wat mevrouw van den Bemd en de heer van de Sande in hun slot van hun betoog stellen. Zij hebben correct weergegeven datgene wat ook in de commissie B.A. is bespro ken. Als dan toch een onoverkomelijk probleem blijkt te zijn dan zitten wij voor het gegeven dat wij vooruitlopende op de komende commissieweek gehoord de commissie B.A. van dan zijn we voortaan openbaar. Als een aantal van die onderdelen opnieuw ter discussie worden gesteld dan plaatst u het college voor een dilemma. Ik zou daarom voor de beantwoording nog eens een keer wil len wijzen dat het erom gaat om een eenduidige benadering te krijgen m.b.t. de advisering door de raadscommissies. Dat houdt in, en de heer van de Sande wees er ook al op, dat we met het onderdeel rondvraag op dezelfde wijze om gaan zoals dat ook op de andere commissies het geval is. Het blijkt in de praktijk ook goed te werken. Het onderdeel mededelingen, want we hebben nu t.b.v. de commissievergadering van volgende week al van een aantal raads leden vragen gehad aan de respectievelijke voorzitters om t.a.v. dat onder deel informatie te willen verstreken. Dat gebeurt dan ook en het wordt dan ook terdege voorbereid. Het is juist niet de bedoeling omdat we geen vragen willen hebben. Het gaat erom om zo kwalitatief als maar mogelijk is met el kaar te besturen. Voor het overige kan ik er alleen maar op wijzen dat wij ook in B.A. hebben gesproken dat de komende wijziging van de gemeentewet per 1 januari 1993 dat die toch zal vragen om bijstelling van een aantal proce dures. En dat we in dat verband met elkaar de afspraak hebben gemaakt om op dat moment e.e.a. opnieuw aan de orde te stellen. Ik zou daar in eerste in stantie op willen antwoorden en u toch willen vragen ook gelet op datgene wat al aangekondigd is om in die procedure te gaan werken. En toch te over wegen allerlei wensen die er liggen, die naar mijn smaak voldoende zijn door gesproken om die toch even op te zouten tot een later moment. Ik dacht dat we goede afspraken hadden gemaakt in de commissie B.A. Dhr. van Steenoven: Ik voel er niets voor om de commissies B.A.begroting en rekening terug te brengen tot vergadering achter gesloten deuren. Dat wil ik even duidelijk voorop stellen. Wij hebben alé commissieleden niet gepleit voor invoering van de rondvraag, wij hebben gepleit voor handhaving van de rondvraag. Ik wil daar op dit moment niet de openbaarheid van die commissie van laten af hangen. Ik behoud mij derhalve wel het recht voor als ik vind in de toekomst dat die rondvraag van nut zou kunnen zijn, dat ik die opnieuw der discussie stel

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1991 | | pagina 197