- 30 - een aantal zaken een eindoordeel te geven. Ik wil alleen wat kanttekeningen maken bij de opmerkingen die gemaakt zijn en daar enige betrekkelijkheid in proberen aan te brengen. Ik denk nl. dat het moment van conclusies waarbij we over en weer het eens kunnen worden dat dat gewoon niet kan omdat we op dit moment niet over de gelijkwaardige informatie beschikken. Dat is jammer want dat maakt het alleen maar gecompliceerder. Dat zou wel eens kunnen betekenen dat vanavond tot iets besloten wordt waarover men over enige weken weer anders moet denken. Maar dat is een keuze. Ik ga even een paar opmerkingen langs. Ik denk dat het niet juist is om het beeld te schetsen dat wij vlak voor een begrotingsbehandeling even wat dingen uit de kast halen waarvan enige tijd later zou blijken dat die "konijnen" naar een andere positie zijn verschoven. Dat is niet juist, wij hebben getracht alle relevante informatie tot op het allerlaatste moment bij u in te brengen. Dat u daar anders over denkt is jammer, maar dat doet aan de waarheids getrouwheid niets af. Dan heel specifiek de informatie die wij op het moment, en waar u ook brieven van hebt gehad, die is correct. Wij hebben, en dat is niet vanzelf gegaan, door inspanningen van de respectievelijke portefeuillehouders kunnen bewerkstelligen dat de druk in tijd gezien daar vanaf is gehaald. Dat vertaal ik dan ook financieel, dat is ook winst. Er is door een aantal uwer, door de heer Bourdrez en door de heer van de Sande gesproken over de rente-toerekening van de reserves van het woningbedrijf. Ik kan u gerust stellen, wij zijn niet als hazen op de loop gegaan. Wij beschikken op dit moment al over de brief n.a.v. de inspectie die gehouden is. Ik geef de heer Bourdrez groot gelijk en ook anderen die met hem roepen, er is geen wettelijk voorschrift waarin staat dat je dat moet doen. Daar heeft hij gelijk in. Maar er is wel een andere richtlijn en die zegt dat je een verantwoord financieel beleid moet voeren. Even dan ter verduidelijking, dat als je vandaag aan de dag reserves kapitalen kunt uitzetten tegen een marktrente en je rekent diezelfde marktrente niet daar waar je ze gebruikt voor eigen financiering, dat je wellicht het risico loopt. Ik formuleer dat heel voorzichtig, dat daar vingerwijzigingen bij worden geplaatst. Het is zelfs ook de vraag, maar dat hoef ik financieel deskundigen niet duidelijk te maken, dat als je rente onthoud in een duidelijk verschil met de marktrente, dat je ook de vraag kunt stellen, in hoeverre onthoud je volkshuisvestingsgelden aan het woningbedrijf. Ik denk dat je tegen die achtergrond ook de opmerkingen moet zien die gemaakt zijn m.b.t. de hoogte van de toerekening van rente. Dan kun je nog van gedachte verschillen, of je eenzelfde rentepercentage moet toepassen over alle reserves, of dat je onderscheid mag maken over rente-toerekening van de algemene dienst en de rente-toerekening van het woningbedrijf. Dat is de discussie waarin we zitten. In het overleg wat wij hebben gevoerd met de inspectie van VROM, is daarop gewezen en dat wij moeten antwoorden wat wij met dat verschil gaan doen. Dan kun je nog discussiëren of je in één keer de sprong maakt van de thans gehanteerde 5% naar de huidige marktrente of dat je een aanvaardbare verdediging kunt opvoeren waarbij je zegt van nou enige temporisering van tijd is alleszins verantwoord. Ik meen dat daar de heer van de Sande op wees, dat ook gekeken moet worden naar een nadere precisering van toerekening van kosten uit de algemene dienst. Wat dat betreft zal hij tot zijn verrassing binnenkort daar iets meer over lezen in het rapport van de accountantsdienst. Dat betekent, en dat is even een opmerking tussendoor, dat er minder verschillen zijn dan misschien uit de betogen van vanavond hier blijkt. Ik denk ook dat we voorzichtig moeten zijn om al te gemakkelijk aan te nemen dat we maar wat aandoen. Er is op het moment van de opstelling van de begroting zo goed mogelijk rekening gehouden met een aantal bekendheden en naar mate de tijd verloopt, loop je wel eens tegen dingen aan waarvan je zegt daar is niet in voorzien. Er doen zich ook andere vervelende dingen voor, ik vind toch dat ik dat toch in het kader van de discussie van vanavond u moet voorhouden. Dat is daar waar alom gesproken wordt over decentralisatie van rijksbeleid, dat dat wel inhoudt dat verantwoordelijkheden en bevoegdheden worden overgedragen, maar dat de

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1991 | | pagina 174