- 29 - bedoelt. Ik zou in principe voor de reservering wegenfonds daar zeker bedragen in willen laten zetten want onze wegen hebben toch onderhoud nodig en ik heb er al eens meer de suggestie over gedaan om daar eens een keer uitvoerig over te discussiëren en hoe we daarmee om moeten gaan. Maar om daar nu 86,000,00 uit te halen, daar heb ik eigenlijk wat moeite mee. Evenzo reservering vervoermiddelen, je hebt een bepaalde koers en beleid om je wagenpark op niveau te houden. Je zult toch een keer moeten vervangen en dan heb je toch een reservering. Ik denk wanneer je de begroting zo wijzigt en de post rente van 96.000,00 laat vervallen, evenzo de post van Brabant Chemie 2.575,00 en de post reservering meubilair die wordt nu extra opgevoerd. Ik weet niet of dat uitgegeven is, ja dan nee. Maar als die niet nodig zou zijn, zou je die ook kunnen toevoegen en dan heb je een positieverbetering voor investeringen van ruim 110.000,00. Dan is de zaak ook sluitend, maar met een kleiner bedrag dan als de coalitie voorstelt. De voorzitter: Er is met nogal wat nuanceringen gesproken over de notitie die er op dit moment voorligt. Ik laat het waarde-oordeel daarover voor de sprekers ieder afzonderlijk, want ik heb één ding gemist en dat is namelijk een toch voor het college essentieel gebeuren, nl. dat wij niet geweigerd hebben een maart-notitie te presenteren maar dat wij hebben voorgesteld, gelet op een aantal ontwikkelingen, de maart-notitie in te schuiven met de kadernota en daar hadden wij een reden voor. Die reden geldt vandaag de dag nog onverkort. Wij zijn als college gedwongen door een uitspraak van de raad om met een maart-notitie te komen. Wij hebben getracht binnen onze opvattingen over verantwoordelijkheid, dat zo goed mogelijk te doen, daar mag u over denken wat u wilt. Maar ik denk dat u ons onheus aanspreekt als u zegt dat we er met de pet naar gegooid hebben. Dat kan natuurlijk een discussie opleveren van welles nietes. Ik denk dat we ons moeten beperken tot datgene waartoe we nu zijn uitgenodigd, dat is de maart-notitie. Dat beperkt zich tot een puur financieel gebeuren. Wat dat betreft hebben de sprekers gelijk wanneer ze zeggen het is een verlengde van de begroting, een puur cijfermatig gebeuren. Daar beperkt het zich ook toe. Ik onthoud me dus even van beleidsmatige aspecten in andere beleidssectoren. Dat wil niet zeggen dat wij daarmee opmerkingen die erover zijn gemaakt negeren. Maar ik denk dat zij op een ander moment aan de orde dienen te komen. Er is door de heer Bourdrez geschetst hoe wij met een hoed konijnen omgaan Maar hij heeft daar ook al aangegeven dat het decor wat dat betreft niet compleet was. Ik denk dat wij de hoop op een compleet decor wat dat betreft ook moeten vergeten want de positie in financieel opzicht is veel somberder dan men op dit moment misschien wil geloven. De reden die het college had, ik heb dat al eerder duidelijk gemaakt, om maart-notitie en kadernota in elkaar te schuiven was met name gelegen in het feit om een duidelijk inzicht te hebben in onze totale financiële positie. Inclusief die zaken waarover door verschillende fracties bij herhaling zou ik haast zeggen, terecht of ten onrecht gevraagd is om daar duidelijkheid, zekerheid in te verschaffen, of dat nou allemaal wel klopt, of dat we bezig zijn met aannamens te werken. Ik kan u wat dat betreft verzekeren dat u op dat onderdeel binnen nu en een week bediend zult worden met een rapportage van onze accountantsdienst die op dat onderdeel niets te vragen overlaat. Althans dat denken wij, voor zover ik daar althans op dit moment al kennis van heb kunnen nemen. Het rapport zal morgen aan de overige leden van het college verspreid worden. Het zal ook worden toegezonden aan alle leden van de raad en de bedoeling is op niet al te lange termijn de leden van de commissie rekening en begroting uit te nodigen voor een extra vergadering n.a.v. het rapport, in aanwezigheid van de accountants die het rapport hebben opgesteld. Intern hebben we al gesproken om daar ook de overige raadsleden bij uit te nodigen voor zover ze belangstelling hebben om daar kennis van te nemen. Ik zou die raadsleden willen uitnodigen om daar zeer zeker bij aanwezig te zijn. Dat maakt het voor mij ook wat moeilijk om als portefeuillehouder vanavond over

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1991 | | pagina 173