- 27 - zullen er toch een aantal bij geweest zijn die minimaal bij uw college bekend hadden horen te zijn tijdens de algemene beschouwingen. U had op dat moment toch ook kunnen weten denk ik wat er nou wel of wat er niet in de begroting thuis hoort en voor zover dat al in de begroting thuis hoort. M.b.t. de bezuinigingen die nodig zijn zegt u op de laatste bladzijde van uw voorstel dat we bestuurlijk zoals ambtelijk alle zeilen moeten bij zetten. Wat dat betreft zeggen wij, u mag dan toch echt eerst eens uw hand in eigen boezem steken. Wat wij de afgelopen weken vermoed hebben en wat wij ook gelezen hebben in de b&w besluitenlijsten dat liegt er niet om. Zelfs op het moment dat er een begrotingswijziging tot stand moet komen wordt er gesproken over datgene wat naar voren gebracht is tijdens de algemene beschouwingen en wat dan in iedergeval gehandhaafd dient te blijven. Ik denk dat als we over bezuinigingen of aanpassingen of bijstellingen praten dat dat dan op alle fronten gelijkwaardig moet gebeuren en niet vanuit een neuzen tellerijVan wij zijn in de meerderheid dus wij hebben het voor het zeggen, wij weten het alleen maar het beste. Ik denk dat het een erg kwalijke zaak is. Het zal u niet bevreemden meneer de voorzitter dat wij die nog met geen enkele letter iets hebben gehoord m.b.t. bijstelling om te komen tot een consistent minimabeleid. En met geen enkele letter hebben wij iets gehoord, iets toegereikt gekregen m.b.t. het ouderenbeleid. En al datgene wat we daarnaast gevraagd hebben ofschoon het letterlijk aan ons toegezegd is. Het zal u niet vreemd in de oren klinken dat wij zeggen met dit gegeven in de hand en met dit voorstel kunnen wij op dit moment absoluut niet uit de voeten. Werknemersbelangen voelt zich op dit moment diep gegriefd dat u met dergelijke voorstellen komt zonder dat u aanstipt hoe u daar verder over denkt invulling aan te geven dit jaar. Vandaar dat wij het in onze aanzetten voor de begroting 1992 zelf veiligheidshalve maar aangestipt hebben. Wij zullen dat heel goed in de gaten houden. Maar met dit gegeven gaan wij in elk geval niet akkoord. Daarvoor zijn in de oktoberver gadering 1990 te veel dingen toegezegd aan ons waarover nu compleet overheen gewalsd is. En er wordt met geen letter meer over gesproken. Nee het is alleen begrotingswijziging om de begroting veilig te stellen. Wij passen ervoor om daar medewerking aan te verlenen. Dhr. Rietveld: In de extra raadsvergadering van 25 april 1991 is het initiatiefvoorstel over de maart-notitie aan de orde geweest. In de tekst van het initiatief voorstel werd globaal aangegeven welke onderwerpen, en dat was conform de toezeggingen van het college gedaan in oktober tijdens de begrotings behandeling 1991, aan de orde zouden komen. Deze onderwerpen waren o.a.; de stand van zaken en voortgang bodemsanering Brabant Chemie, en ook hoe zal de financiering in de toekomst gaan. Nota ouderen en minimabeleid, aanzet meerjarenplan 1992-1995, een wijziging c.q. heroverweging begroting 1991 enz. Toen het initiatiefvoorstel zowel door de raad als door het college werd gesteund, en het college toezegde in de vergadering van 30 mei 1991 de maart-notitie te presenteren leek de zon opnieuw te gaan schijnen. De fractie dorpsbelangen had echter beter moeten weten. Ook deze toezegging hield niets in. De maart-notitie is er niet, wel een begrotingswijziging. De eventuele noodzaak van deze begrotingswijziging staat overigens los van mijn betoog. Waar het om gaat is dat o.a. door de gedane toezeggingen tijdens de begrotingsbehandeling de begroting 1991 is goedgekeurd. Er is op dit moment geen inzage bodemsanering Brabant Chemie, geen discussie over de kosten van de aanpassing rioolstelsel, geen nota over ouderen en minimabeleid, geen aanzet voor het meerjarenplan 1992-1995. Vermoedelijk zal dit allemaal wel doorgeschoven gaan worden naar de behandeling van de begroting 1992. Waarschijnlijk zullen we dan opnieuw geconfronteerd worden met nieuwe beloftes en toezeggingen. In mijn inleiding tijdens de raadsvergadering van 25 april 1991 heb ik aangegeven dat de geloofwaardigheid in het geding is. Steeds waren wij ervan overtuigd dat dit college zijn toezeggingen zou

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1991 | | pagina 171