hhhhhhhhhhhhhhihbiihhbhbhhh
- 16 -
relatie tot dat rapport Konijnenbelt in de discussie kan worden
meegenomen.
Ik stel2voorróm het amendement te laten vermenigvuldigen, het is voldoende
ondersteund en maakt verder onderdeel uit van de discussie.
Dhr. van de Rijzen:
Toen dit punt aan de orde kwam in de commissie B.A. hadden wij eigenlek
verwacht dat er wat nieuws op tafel zou komen, maar er was niets nieuws
onder de zon. Ik denk dat het toch goed is dat deze discussie in alle open
heid gevoerd wordt. Niet zonder reden stelt de raad van binnenlands bes uur
in haar eindadvies aan het kabinet, het eindperspectief moet helder zijn,
politieke keuzes moeten nu worden gemaakt. Wat we dus ook beslissen e za
aan dat criterium moeten voldoen. Dat wordt eveneens door diezelfde raa
gesteld, met verklaringen van goede wil kan niet worden volstaan. Ik denk
dat dit een hele duidelijk hint is. We moeten een duidelijke keuze maken,
het uiterste geval zullen rijk en provincie ingrijpen en bepaalde zaken
dwingend opleggen, ook dat staat er met hele dikke letters in.
augustus 1988 onze nota betreffende het te voeren gemeentelijk beleid naar
G.S. stuurde namen wij daarmee het initiatief in eigen handen. De achter
liggende gedachte was aandacht vragen voor de positie voor onze gemeente.
Onze specifieke taken van boven lokale aard in de regio benadrukken Daarmee
onszelf sterk maken voor het behoud van onze zelfstandigheid, al hebben w
dat laatste er met niet zoveel woorden achteraan gezegd. Dat bleek niet zo
tactisch toen. Sindsdien is het gevoerde beleid mede hier opgericht geweest.
De tekst van dit initiatiefvoorstel verbaasd mij dan ook wanneer u stelt da
de commissie B.A. geen criteria heeft geformuleerd. Dat hebben we namelij
wel. Rijsbergs belang houdt nog steeds onverkort vast aan het oorspron e
liike uitgangspunt. Behoud van de zelfstandigheid. Alle alternatieven die
hier niet aan voldoen o£ die onherroepelijk leiden tot het verlree van die
zelfstandigheid zijn voor ons niet bespreekbaar. Ik meende dit trouwens ook
in de commissie B.A. duidelijk te hebben ,emaakt. Iedereen heeft de mond vol
over zelfstandigheid, maar het naarstig zoeken naar alternatieven zou e
toch op kunnen duiden dat we niet meer zo zeker meer zijn van onszelf.
kan me dat best voorstellen, dat is niet zo verW°ff^ ook\et
ten en nota's die inmiddels verschenen zijn over dit onderwerp. Ook het
grote aantal sprekers die hierover het woord hebben gevoerd zijn er
lijk niet in geslaagd de ongerustheid weg te nemen. Niemand heeft het verlos
sende woord gesproken of geschreven. Beide opties genoemd in dit voorstel
gaan uit van een zelfstandig Rijsbergen en zijn dus voor Rijsbergs belang
bespreekbaar. De eerste mogelijkheid, de gemeente zoals hij thans functio
neert met behoud van alle autonome bevoegdheden. Als dit zou kunnen dan zou
dit prachtig zijn. Maar, en dat staat ook in al die nota s, zowel het rij
als de provincie dringen er sterk op aan voor een totstandkoming van inter
gemeentelijke samenwerking. Als ik dan een paar gebieden noemen mag, dat is
volkshuisvesting, verkeer, economische ontwikkeling, milieu, ir®«®®tJ® 6
wellicht zijn er nog meer. Gebeurt die samenwerking niet vrijwillig
van bovenaf e.e.a. dwingend worden opgelegd. We hoeven ons ook niet te ver
schuilen achter de wet gemeenschappelijke regelingen, want er ^aat ge J
onder dat deze wet die thans de basis voor een intergemeentelijke samen
werking, onvoldoende functioneert. Het is dan ook realistisch om een tweede
mogelijkheid bij de hand te hebben waarmee we voldoen aan het verlangen van
"jk en provincie en anticiperen op ons bovenlokale functioneren, waarmee we
tevens waarborgen scheppen voor onze zelfstandigheid. Participatie in
stadsregio, echter dat wil ik toch wel even stellen niet op de manier zoa
beschreven in het rapport de Bredase stadsregio. Het keu*s1^ ^ke^hans""
belt is wel erg strak denk ik. Maar inspelende op de evaluatie welke than
aan de gang is over de effecten van de wet op de gemeenschappelijke rege
ingen. Het kabinet bestuurt op dit moment namelijk deze zaak grondig,