- 9 -
In de commissie grondzaken hadden wij ook nog gevraagd of u eventueel
genegen was om informatie in te winnen bij het Rijksinstituut voor
oudheidkundig bodemonderzoek of bij de Heemkundige kring hier ter plaatse.
Zoals u ongetwijfeld weet hebben die gronden die zich links en rechts van
het pad bevinden een vrij grote culturele historische waarde. Aangezien het
niet bij de stukken ter inzage lag mag ik aannemen dat het dus niet gebeurd
is. U heeft daar geen waarde aangehecht neem ik aan. Op hetgeen de heer
Jochems zojuist antwoordde dat er geen vergelijkbare situatie is hier in
Rijsbergen, moet ik toch even verwijzen naar het Beekpad, ongetwijfeld ook
bij iedereen bekend. Het is ook een kleine moeite, als ik de woorden van de
heer Jochems gebruik om langs de Lange Dreef te rijden. Dan zou er ook een
reden voor zijn dat mensen bezwaar maken.
Dhr. Bourdrez:
Over die historische achtergronden. Als de wethouder daar op wil antwoorden
met alle genoegen. Ik geloof dat we er nu toch redelijk naast zitten, want
wat is het geval het paadje waar we nu over spreken is helemaal het paadje
niet. Het is wel een paadje maar niet het oorspronkelijke paadje. Dat is een
meter of 14 a 16 omgelegd naar de kant van Zundert toe. Dat is met toestem
ming van de raad gebeurd. De hele zaak is daar omgeploegd, er is waarschijn
lijk een duiker gezet enzovoorts. Daar moet u dus echt niks meer vinden,
helemaal niets. Ook die slagboom dat is met toestemming van de raad gebeurd.
Dus waar we nu over spreken dat is niet historisch, dat is niet meer oud,
dat is modern, misschien 10 a 12 jaar. Historische overwegingen spelen wat
mij betreft geen enkele rol.
Dhr. van den Bemd:
Meneer Bourdrez, in een verder verleden zijn er alternatieven onderzocht om
het weggetje te leggen op de grens van zijn perceel, dus richting gemeente
Zundert. Dat heeft gespeeld in de periode 1974-1978 en toen was meneer van
Dijk nog geen eigenaar. Toen was vader Verheyen nog eigenaar, toen speelde
deze zaak al. Het is schijnbaar heel moeilijk om gezamenlijk naar een oplos
sing te zoeken.
Dhr. Bourdrez:
Het is wel verlegd meneer van den Bemd, het is niet meer het oude paadje.
Mevrouw van den Bemd:
Ik denk dat het van belang is dat degene die de kennis heeft, die daar eens
over beslist wat nu oudheidkundig en niet oudheidkundig is. Wij hebben in
elk geval van het Rijksinstituut te horen gekregen dat het hele gebied een
bijzonder waardevol gebied is. Dus ik wil daar geen enkele twijfel over
laten bestaan. Ik ga daar ook niet aan twijfelen ondanks de woorden van de
heer Bourdrez.
Wethouder Jochems:
De meeste vragen zijn beantwoord, maar ik wil nog even een bijdrage leveren
aan het paadje. Inderdaad is het zo dat we de opmerking van Werknemers-
belangen wel serieus hebben genomen. We hebben wel geïnformeerd en kregen
precies dezelfde mededeling als u hebt gekregen mevrouw van den Bemd dat het
totale gebied voor hun van hele grote waarde zou zijn. In het gesprek wat
wij hier hebben gehad met de heer van Dijk heeft hij ons beloofd wanneer het
zo mocht zijn en er zouden opgravingen plaats moeten vinden, dat hij in
iedergeval niemand een stro breed in de weg zou leggen. Even terugkomende op
de precedentwerking van bijvoorbeeld het Beekpad. Dat kun je natuurlijk niet
met elkaar vergelijken, dat is appels en peren met elkaar vergelijken. Het
Beekpad van cultuur historische waarde, dat is toch iets anders als dit
paadje dat voor een boerderij ligt.
Hier wordt het voorstel van Burgemeester en wethouder in stemming gebracht: