De voorzitter: Ja, dat is ook de bedoeling. Ik denk dat je dan de slagvaardigheid zoals u dat wilt er niet uithaalt, maar dat er in ieder geval een zinvolle discussie kan plaatsvinden. Mevrouw van den Bemd: Heeft u de indruk voorzitter, dat in de maartnotitie, of laten we het maar de meinotitie noemen, de wensen, de mogelijkheden zoals die in de oktobervergadering zijn aangedragen met alle plussen en minnen eraan. Of zegt u er komt iets geheel nieuws boven tafel. De voorzitter: De opvatting in het college is om te zeggen, en eigenlijk volgelijk aan wat de heer Rietveld zoeven verwoordde, we willen gewoon zakelijk een verhaal hebben. Neigen wij als college ertoe om te zeggen ik denk dat we daar uitkomen, wij leggen u een zakelijk verhaal voor door te zeggen dit is de inventarisatie van dit moment. Er liggen een aantal vragen voor. Relateert u dat nu zelf aan de zakelijke informatie om daar vervolgens conclusies uit te trekken. Anders denk ik dat we iets moeten gaan vervaardigen wat meer neigt in de richting van de ene, waar de andere zich minder in aangesproken voelt. Wij willen graag de suggestie van de raad oppakken die, dacht ik, toch unaniem gedragen wordt. Om te zeggen laten we nu eens proberen daar een zakelijke discussie over te voeren aan de hand van een stuk inventarisatie van de stand van zaken op dit moment. Dat willen we graag op ons nemen. Mag ik vragen om even in 2de instantie ook de interruptie van de heer van de Sande, ik meen ook mede namens de heer Rietveld, dat hij de suggestie van het amendement van de C.D.A. en het Rijsbergs Belang over kan nemen, door te zeggen van nou in die tijdsperiode willen we dat ook doen. Met daar vervolgens alle ruimte aan in de resterende 10 dagen. Dhr. Rietveld: Ik heb toch behoefte aan een paar minuten schorsing. De voorzitter: De vergadering wordt voor een paar minuten geschorst. De vergadering is heropend. Dhr. Rietveld: Wij kunnen ons vinden in het amendement van het C.D.A.Ik wil een garantie vanuit uw kant. Dat gewoon 10 dagen voordat de raadsvergadering plaatsvindt de stukken er zijn. De voorzitter Dat heb ik net geprobeerd duidelijk te maken. Ik denk dat we daar mekaar op moeten binden anders wordt het een onverdraagzame situatie. Dhr. Rietveld: Nogmaals even herhalend, met datgene wat u net zegt, waaruit ik dan atieia dat inderdaad 20 mei de stukken er zijn, onderschrijf ik dan het amendement van het C.D.A. De voorzitter: Dat betekent dus dat we een besluitvorming doen dat er 30 mei op de agenda van de raad de zogenaamde maartnotitie 1991 staat. Deze notitie is op 20 mei gelijktijdig met de agenda beschikbaar.

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1991 | | pagina 143