4 -
nota en agenderen op de vergadering van 30 mei. Maar volgelijk daaraan ook
datgene wat door de heer van Steenoven en de zijnen is verwoord om niet op
voorhand een commissievergadering vast te leggen. U weet dat de raadsagenda
een dag of 10 van tevoren uit moet, dan is de tijd die ons nu nog rest
dusdanig krap dat dat niet met de nodige zorgvuldigheid kan gebeuren. Ik
weet wat ik daarmee zeg, proberen bewust en oprecht een nota te vervaardigen
die in ieder geval voor u voldoende mogelijkheden biedt daar op 30 mei over
te discussiëren. Dat is het antwoord wat ik u namens het college kan
meedelen
Dhr, van de Sande:
Ik begrijp uit uw woorden dat de nota dan op 20 mei gereed zou kunnen zijn,
gelijk met de agenda.
De voorzitter:
Dat is een enorme tijdsdruk, maar ik heb u ook gezegd, wij kunnen geen groot
beslag leggen op het apparaat hier, dus wij zijn aan beperkingen onderhevig.
Het is een vrij gecompliceerd traject geweest helaas, dat betreuren wij ook.
Maar wij willen graag met ondersteuning van u een nieuwe poging wagen zodat
we op 30 mei een goede discussie kunnen voeren.
Dhrvan de Sande
Maar ik begrijp die opmerking, voor de bestudering van de stukken hebben wij
ook wat tijd nodig.
De voorzitter:
Laat ons dan het risico maar nemen dat het misschien op het oog een wat
moeilijke discussie wordt op 30 mei. Maar ik denk dat dat beter is dan dat
we in tijd gedrongen weer iets zitten te produceren waar we allerlei
discussies over krijgen van had het niet zus of zo gemoeten. Wij begrijpen
uit uw opmerking dat u op hoofdlijnen de zaak op een rij wilt hebben. Als
wij ons daarin kunnen vinden en ook op binden dan denk ik dat wij ook onder
de randvoorwaarden zoals het vanavond ook nog eens een keer is gepresenteerd
heel serieus mee om zullen gaan. Dan denken wij dat wij op 30 mei daarover
van gedachten kunnen wisselen. Het blijft natuurlijk toch zo dat de
conclusies van e.e.a., uw competentie is. Wij kunnen alleen maar wat
handreikingen doen, maar ik denk dat wij elkaar vanavond moeten kunnen
vinden, dat de conclusies in gemeenschappelijk beraad dan ook op 30 mei
getrokken moeten zullen worden. Ik denk dat je dan een wat gemakkelijker
discussie hebt, dat er niet al te zeer ook een college-standpunt, ligt al of
niet gesteund door meerderheden of minderheden, maar dat we gewoon zeggen
laten we nou eens proberen een nota te brengen die gewoon zakelijk van
opbouw is en waar de raad toch in de grootst mogelijke saamhorigheid over
discussieert en conclusies trekt.
Dhr. van de Sande:
Mede gezien ook uw opmerking die u zelf al schetste tijdens de commissie
B.A., dat er toch wat zaken in beweging gekomen zijn, is het nadrukkelijk
erg noodzakelijk. En de drang van ons is gewoon aanwezig geweest om te
spreken over de gang van zaken. Alleen t.a.v. het amendement wat ingevoegd
is, vroeg ik u naar die datum van het gereed zijn van die stukken. Als het
inderdaad 20 mei is met de totale agenda hebben wij 10 dagen de tijd om te
discussiëren en bij het ambtelijk apparaat wat informatie in te winnen als
dat nodig mocht zijn.