- 6 -
Dat is niet conform het reglement, want het reglement zegt dat de raad het
bepaald. Als u zegt we kunnen op dat moment als commissie bepalen dan kan ik
daar vrede mee hebben.
De voorzitter:
Ik denk dat de commissie op 2 mei kan bepalen of het op 30 mei inhoudelijk
behandeld kan worden. Kijk als u nu besluit om het op de agenda te zetten en
er valt niks te bepraten, dan is het even belachelijk. Dan zeg ik van doe
dat niet. Er ligt een initiatiefvoorstel, de waarde van het
initiatiefvoorstel is, om daar ook serieus inhoudelijk over te praten. Ik
neem aan dat ook de initiatiefnemers de bedoeling hebben om een zinvolle
discussie op een raadsagenda te krijgen. Vandaar dat mijn voorstel ook was
zoals dat ook altijd te doen gebruikelijk is, eerst naar de commissie voor
advies. Daar kun je met elkaar inhoudelijk de zaak op een rij zetten, als
dat 30 mei kan zijn, dan is het 30 mei maar dan weet je wat je gaat doen.
Anders ben je met allerlei procedurele verhalen bezig en dan wordt het
alleen maar een mistgordijn. Ik denk ook niet dat dat de bedoeling van de
indieners is geweest.
Dhr. Rietveld:
Ik denk dat er misschien een misverstand is, ik kan het niet helemaal
beoordelen. In principe waar het omgaat, is het feit dat het
initiatief-raadsvoorstel zoals het er ligt, dat dat geagendeerd dient te
worden. Niet wat inhoudelijk daar staat. Daar zou je pas met mekaar moeten
over praten in een andere raadsvergadering. Ik had namelijk een beetje het
idee, dat u suggereert dat er op 30 mei inhoudelijk over allerlei
alternatieven gesproken gaat worden.
De voorzitter;
Ik denk dat dat niet helemaal ten onrechte is, want als we in de laatste
commissie B.A. over dit onderwerp al hebben gesproken, en de
fractievoorzitters daar ook al een opvatting hebben verkondigd, dan denk ik
niet dat het zinvol is om dubbel werk te gaan doen. Dan moeten we nu niet de
illusie ophouden alsof we ineens iets bedenken. Want conform de afspraak die
in de vorige vergadering over dit onderwerp al aan bod is geweest, is de
afspraak gemaakt dat de fractievoorzitters gezamelijk in de commissie B.A.
over dit onderwerp van gedachten zouden wisselen een aantal keren. Dat is de
laatste keer gebeurd. Toen is ook door de heer van de Sande ingebracht dat
hij alternatieven onderzocht wilde zien. Dat heeft daar geen weerklank
gevonden omdat te doen, want dan moet je duidelijk in weten welke richting
dat je gaat. Dat is ook de reden van dat ik zeg nou, dat is terecht want u
mag dat doen als raadslid. Want als u met een dergelijk initiatief komt dan
zeg ik laten we dan geen misverstanden oproepen als we het daarover moeten
hebben, maar laten we dan de normale procredure volgen. Dan komt het 2 mei
ter advisering op de commissieagenda van B.A. te staan. Daar praten we
inhoudelijk over. Dan kunt u alsnog zeggen van nou het komt er 30 mei op
conform de vraag van de verzoeker. Ik denk ook dat dat gehonoreerd zou
moeten worden. Of dat je met meikaar tot overeenstemming komt en zegt van
nou, er komen toch nog een aantal andere facetten aan bod het ware
verstandig om het op een ander moment te doen. Ik denk dat we op dit moment
ons niet moeten binden voor de 30e mei onheroepelijk, want anders krijgen we
dan weer een discussie van het is beloofd en het staat er niet op. Ik denk
dat het mede afhankelijk moet zijn van de beraadslaging in de commissie B.A.
op 2 mei, of we dat, gelet op de bedoelingen van de indieners, ook zinvol
achten. Dus dat ligt allemaal nog open.