- 2 - Daarom stellen wij voor: 1. Dat het noodzakelijk is om alternatieven uit te werken voor de toekomstige positie van de gemeente Rijsbergen. 2. Dat het nemen van een beslissing over het rapport Konijnenbelt dan pas zal geschieden nadat de alternatieve mogelijkheden voor de toekomstige positie van de gemeente Rijsbergen zijn uitgewerkt. Over de behandeling van dit initiatiefvoorstel stellen wij voor: a. De burgemeester en wethouders advies in te dienen van de commissie B.A. op 2 mei a.s. b. Te bepalen dat dit initiatiefvoorstel wordt behandeld in de raadsvergadering van 30 mei a.s. Dhr. Rietveld: Initiatiefvoorstel ingevolge artikel 15 van het reglement van de orde van de fractie Dorpsbelangen aan de gemeenteraad. Het onderwerp is de voorjaarsnotitie, ook wel genoemd maart-notitie. Tijdens de behandeling van de begroting 1991 op 25, 30 en 31 oktober 1990, is door het college van burgemeester en wethouders, met instemming van alle fracties, toegezegd in het voorjaar 1991 te komen met een voorjaarsnotitie, of wel maart-notitie. In deze voorjaarsnotitie zou o.a. aan de orde komen; Bodemsanering Brabantchemie - Minima en ouderenbeleid - Wijziging c.q. heroverweging begroting 1991 - eventueel opnieuw bestemmen van de ruimte in de begroting 1991 etc. E.e.a. wordt nog eens nader uitgewerkt in het advies van de secretaris, van burgemeester en wethouders d.d. 16 januari 1991. Het college is akkoord gegaan met dit advies en heeft het vervolgens op de agenda van de commissie B.A. d.d. 13 februari 1991 geplaatst. Conform bedoelt advies zou de voorjaarsnotitie, toen nog maart-notitie genoemd op de agenda van de diverse vakcommissies worden geplaatst en zou deze notitie in de raadsvergadering van 18 april 1991 behandeld worden. Inderdaad was het onderwerp maart-notitie aanwezig op de agenda van de commissie grondzaken van 18 maart 1991 en op de agenda van de commissie welzijn en milieu van 19 maart 1991. Tijdens beide vergaderingen bleek dit onderwerp echter niet behandeld te worden omdat er nog geen maart-notitie zou zijn. Nu blijkt de maart-notitie ook niet opgenomen te zijn op de raadsagenda van 18 april 1991. Deze gang van zaken keuren wij ten zeerste af. Afspraken zijn er om nagekomen te worden, niet om ze in de prullenbak te laten verdwijnen. Wij concluderen dat de begrotingsbehandeling 1991 nog niet volledig is afgerond. Het opstellen van de begroting 1992 dient zich echter al weer aan. Voor de fractie Dorpsbelangen is het van essentieel belang eerst de maart-notitie te behandelen en vervolgens pas over te gaan tot het opstellen van de begroting 1992. Wij stellen derhalve dan ook voor op een zo kort mogelijke termijn de maart-notitie, ook wel voorjaarsnotitie genoemd, te behandelen in de diverse commissies en eventueel hiervoor extra commissievergaderingen in te lassen. Vervolgens dient de maart-notitie in de raadsvergadering van uiterlijk 30 mei 1991 te worden behandeld. Om de behandeling in de raadsvergadering van 30 mei mogelijk te maken dient de raad zich eerst nog uit te spreken over het initiatiefraadsvoorstel zelf. Daarom verzoeken wij u conform artikel 4, lid 2 van het reglement van orde van de vergaderingen van de raad, een extra raadsvergadering te houden met als agendapunt het initiatief-raadsvoorstel van de heer P. Rietveld van de fractie Dorpsbelangen betreffende voorjaars notitie. Wij stellen u voor deze extra raadsvergadering te houden op woensdag 1 mei voorafgaand aan de commissievergadering welzijn en milieu. Ik wil nog één opmerking maken, het initiatief-raadsvoorstel wordt ook verder ondersteund door de fractie Werknemersbelangen. De voorzitter:

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1991 | | pagina 110