- 2 - raadsvergadering van 24 januari j.l. hebben wij gevraagd om met elkaar eens van gedachten te wisselen over een drietal belangrijke punten. Dit waren de zelfstandigheid, de stadsregio en de herindeling. Twee van deze drie punten zijn tot dusver nauwelijks besproken. Onze concrete vraag is om in de komende vergadering van commissie B.A. eens met elkaar een boom op te zetten over deze onderwerpen en eventueel afspraken te maken hoe we hier over met de gehele raad van gedachten kunnen wisselen. De vragen die het C.D.A. op 28 juni j.l. maar ook op een later tijdstip gesteld heeft, daarvan zijn er inmiddels een aantal beantwoord. Toch staan er nog vele vragen open. Druk overleg op verschillende niveaus vanuit sterk wisselende invalshoeken heeft er de afgelopen 9 maanden plaatsgevonden. Het college van Rijsbergen is hierbij via haar voorzitter en de wethouders betrokken geweest. Dit overleg heeft o.a. geresulteerd in een tweetal rapporten. Het rapport waarin vooral ruimtelijke structuur met zijn verschillende varianten aan bod komt, zien wij met spanning tegemoet. Het rapport van de commissie Konijnenbelt echter is op menige plaatsen en tijdstip het onderwerp van discussie geweest. Inhoudelijk zullen we vanavond niet op dit rapport ingaan. We nemen het voorlopig voor kennisgeving aan. Het indienen van de wensen voor de interimwet bij het ministerie kan wat ons betreft gebeuren. Wij hopen dat de raad unaniem het voorliggende voorstel deze avond zal steunen. We vragen ons echter wel af of het wellicht niet nodig is om een extra zekerheid m.b.t. onze eigen beslissingsbevoegdheid in te bouwen. Het C.D.A. wil haar verhaal niet te lang maken. Toch wil ik even terug gaan naar de vorige week woensdag gehouden bijeenkomst van de commissie Konijnenbelt met de raden van de acht voor de stadsregio in beeld zijnde gemeenten. Met gemengde gevoelens hebben wij het verloop van deze bijeenkomst gevolgd. De rol van de forum-voorzitter en Bredase wethouders viel ons bijzonder op. We mochten uit die Bredase monden enkele positieve zaken m.b.t. de Stadsregio beluisteren. Doch de Bredase milieuwethouder Römkens bewees de stadsregio een slechte dienst door de 41 macht die Breda in het rapport toebedeeld krijgt als krap te doen voorkomen. Onze terughoudendheid m.b.t. snelle beslissingen over afwijzen van of deelnemen aan de Stadsregio bleek door vele van de aanwezigen gedeeld te worden. Het is echter niet zo dat de fractie C.D.A., door deze niet bijzonder geslaagde avond in Ulvenhout, uit het overleg over de Stadsregio wil stappen. Wij zijn er voorstander van de deur niet in het slot te gooien. Wij willen onze vertegenwoordigers op hun plaats in het overleg gehandhaafd zien. C.D.A. is van mening dat onze belangen het best veilig gesteld kunnen worden door een aktieve Rijsbergse deelname aan elk overleg in welke vorm of op welk niveau dan ook. Wij vertrouwen erop dat ons belang hierdoor optimaal verdedigd zal worden. Wanneer we gaan staan toekijken geven we andere de mogelijkheid om over onze belangen te oordelen zonder enige invloed van onze kant. Voor ons staat de deur naar de stadsregio nog steeds open, zonder dat we willen verdoezelen dat er nog heel wat water door de Aa of Weerijs de mogelijke toekomstige centrumgemeente Breda, binnen zal stromen voordat we ja tegen de Stadsregio zullen zeggen. Uiteraard sluiten we onze ogen niet voor zaken die om een regionale oplossing vragen. Wij hopen dan ook dit Stadsregio meer inhoud krijgt dan het oplossen van de Bredase problemen. Of Rijsbergen daarin een rol gaat spelen zal de toekomst uitwijzen. De C.D.A. fractie is ervan overtuigd dat ons ambtenarenkorps en onze bestuurlijke daadkracht dermate sterk zijn dat we als zelfstandige gemeente kunnen blijven bestaan. Wij hebben aangetoond niet bang te zijn voor bovenlokale activiteiten. Wij zijn er echter ook van overtuigd dat we niet toegerust zijn om aan alle taken die we dienen te vervullen, een juiste en adequate invulling te geven. Hiervoor dienen regionale oplossingen gezocht te worden. Denk hierbij bijvoorbeeld maar eens aan een verantwoord milieubeleid en vervoersproblematiek. Of dit alles leidt tot Rijsbergen als zelfstandige gemeente binnen de Bredase stadsregio, durven wij echter op dit moment niet met een krachtig ja te beantwoorden. Voorzitter ik sluit af met een stelling waaraan we als raad en college op korte termijn een visie dienen te koppelen en waarbij we alle voors en tegens op een verantwoorde manier dienen af te

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1991 | | pagina 100