4 - De voorzitter: even voor de duidelijkheid meneer Bourdrez, U zegt dat de reserve vervoermiddelen te hoog is opgelopen. Waar baseert u dat op. Welke relatie }.egt u tussen het gereserveerde bedrag en de vervoermiddelen? wat verstaat u daaronder? Dhr. Bourdrez: wij hebben informatie gekregen dat er in 1991 een trekker moest worden aangekocht en die schijnt in 1992 te worden aangekocht. De voorzitter: Dat is niet wat ik vraag. De reservering vervoermiddelen is wat breder. Mijn vraag is concreet wat volgens u de relatie is met de opgebouwde bedragen en de vervoermiddelen die eventueel in de toekomst vervangen moeten worden? Noemt u uw informatie. Dhr.Bourdrez Uw eigen bijlage. Uw overzicht van de reserves. De voorzitter: Daar staat een bedrag in, maar ik neem aan dat u geïnformeerd heeft op welke vervoermiddelen dat betrekking heeft. Dhr.Bourdrez: In het investeringsplan staat ook nog een mooi overzicht. In 1991 wordt een maaimachine en nog wat aangekocht van 46 mille. Die komen ten laste van de reserves en in 1992 komen er nog enige andere zaken bij. Daar zie ik bovendien dat er nog dekking wordt verkregen door middel van budgetlasten. Die investeringen hoeven dus niet meer ten laste van die reserves te komen. De voorzitter: ërT daarnaast rijden er nog twee auto's een vrachtwagen en een kleine vrachtwagen en we kunnen hier nog een aantal zaken bij noemen. Daarvoor dient de reservering. Dhr. Bourdrez: u heeft ons op dit moment nog niet helemaal overtuigd. De voorzitter: u luistert ook niet, dat is het probleem. Dhr.Bourdrez dat denkt u, maar ik heb het echt in me opgenomen. Wij zijn nog niet overtuigd van de bittere noodzaak van een reservering op dit moment. De voorzitter: wat moeten wij aandragen om u te overtuigen? Dan kunnen we wat gerichter met elkaar discussiëren. Dhr. Bourdrez: op dit moment vinden wij dat de reserve meer dan voldoende is voor de aanschaffingen die in 1991 moeten plaatsvinden. 'Ir

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1990 | | pagina 99