- 8 - het college. Dat is in de wet zo geregeld. Toch is' het college hier niet zo vrij in ook al zou de indruk zo zijn. Het college is gebonden aan een aantal normen en kriteria. Dat was ook de reden waarom het college heeft geprobeerd middels de nota positionering, die ook door de raad is aangenomen, daar ruimte in te krijgen om de kwaliteit in ons ambtelijk apparaat te verzekeren en' daar zitten nu eenmaal arbeidsmarkt-aspekten aan vast. Er komt nog bij dat het college ook nog gebonden is aan het in acht nemen van de regels van het ambtenaren-reglement. Wie zouden wij zijn dat wij daar van zouden afwijken. Wij hebben nimmer het voornemen gehad dat te doen en namens het college kan hij toezeggen dat ook in de toekomst niet te zullen doen. Het college zal zich aan de regels houden maar wel binnen de mogelijkheden die de wet ons daartoe heeft verleend. Uiteraard zijn wij bereid m.b.t. het gevoerde personeelsbeleid te allen tijde verantwoording af te leggen. Wij weten in ieder geval dat de koers die we varen, dermate zuiver is dat we daar geen risico's mee lopen. Dat heeft tot gevolg dat het college u met klem zou willen ontraden om zich al te gemakkelijk op het standpunt te stellen, zo van wat er nu is dat is er en daar moet het mee. Hij wil nogmaals benadrukken dat tegen de achtergrond van alle wensen die door uw raad kenbaar zijn gemaakt en wat er allemaal zou moeten gebeuren aan het wegwerken van zaken die er nog liggen, maar ook tegen de achtergrond van wensen die u heeft uitgesproken m.b.t. verbeteringen en een ferventere aanpak, wij helaas zeer serieus hebben moeten kijken of we het zouden kunnen redden, ondanks die nota van de organisatie die betrekking had op de bestaande situatie. Dat heeft ons genoodzaakt de vakatures op te nemen die er in zijn verwoord. Met klem ontraadt hij daar zo gemakkelijk overheen te rollen. Ook hier hebben we dan een handreiking, wat hij ook eerder in de commissie Rekening en Begroting en op andere plaatsen heeft verwoord. Het college is niet van plan en zeker daar waar het gaat om de funktie van voorlichter, die voor een vol bedrag in de begroting is genoemd, om die aan te wenden zodra 1 januari is gepasseerdl Het college is van mening dat eerst het voorlichtingsbeleid geformuleerd moet worden zodat u dan pas kunt beoordelen in welke mate er sprake is van de noodzakelijkheid van personele invulling en welke posten we nodig denken te hebben voor materiële invul ling. Laat ons daar eerst gezamenlijk naar kijken. De openbare orde Daar zijn twee opmerkingen over gemaakt. Men wil geïnformeerd worden over het beleid openbare orde, politieaangelegenheden. Als hoofd van de politie legt hij eenmaal per jaar verantwoording af omtrent het gevoerde beleid in de commissie B.A. Indien daar noodzaak of aanleiding toe is laat hij zich daarbij vergezellen van de betreffende funktionarissen, hetzij vanuit de politie, hetzij vanuit het O.M. Die lijn wenst hij ook in de komende periode door te trekken. Hij denkt niet dat dat altijd aanleiding zal zijn tot een diskussie met de raad. Dit kan gewoon bekeken worden in de commissie B.A. Het verantwoording afleggen "van" daar wenst hij niet aan te- tornen. Daarom is ook in mei jl. het jaarverslag 1989 in commissie B.A. reeds behandeld en zoals het er nu uitziet zal in de vergadering van december 1990 het beleidsplan van 1990 worden behandeld. Vervolgens zullen die stukken ook ter inzage worden gelegd van de raad en indien daar nadere toelichting over gewenst wordt dan kan daar altijd nog over van gedachten worden gewisseld.

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1990 | | pagina 67