4 - De bestuurlijke organisatie. In 1986 tot stand gekomen. Alle partijen in de raad en dat zijn precies dezelfden als toen hebben zich unaniem achter de nieuwe aanpak geplaatst. Dat we dat niet onverdiend hebben gedaan zal.u binnenkort bekend worden als u de teksten van de nieuwe gemeentewet onder ogen krijgt.. Dit jaar hebben we nog een belangrijk veranderingsproces moeten leiden, nl. de ambtelijke organisatie met alle aspekten die daarbij om de hoek kwamen kijken. Daarover heeft u vergaande besluiten moeten nemen. Het is duidelijk dat bij veranderingsprocessen er een zware wissel wordt getrokken op mensen die daar nauw bij betrokken zijn. Het bestuur, B&W maar ook de raad en in nog grotere mate onze ambtenaren. Wij hebben daar met veel nauwkeurigheid en afweging van belangen naar gekeken. U bent zelf bij de vaststelling van de nieuwe organisatie zo nauw betrokken geweest dat we mogen stellen dat datgene wat we voor ogen hadden dat dat ook een kans van slagen kan krijgen. We moeten proberen met elkaar in de pas te blijven lopen. Op dat terrein is een belangrijke taak weggelegd voor de commissie Bestuurlijke Aange legenheden, die bij uitstek de commissie is om veranderingsprocessen te begeleiden. Het college zou de raad in overweging willen geven om zich per fraktie te beraden op welke wijze in de komende periode begeleiding gegeven moet worden aan die veranderingsprocessen. Nogmaals het is de raad die de randvoorwaarden formuleert. Hij wil onderstrepen dat het de bedoeling is om te besturen op hoofdlijnen, zodat in het voorbereidingsproces van voor stellen ook een ambtelijk apparaat weet in welke richting er gedacht moet worden. Ook dat bespaart tijd, energie en niet te vergeten, veel geld. Hij zou graag a.s. donderdag in de commissie Bestuurlijke Aangelegenheden daarover nadere richtlijnen ontvangen. De komende periode zal van erg groot belang zijn en sommigen van u hebben daar al op geweze, nl.de ontwikkelingen die op dit moment gaande zijn, landelijk daar waar het gaat om het zoeken naar nieuwe bestuursvormen, maar ook op het terrein van de bestuurlijke organisatie in zijn algemeenheid, herindeling Noord-Brabant (weer hevig in diskussie) en nog dichter bij huis de ontwikkelingen rondom de stadsregionale aanpak. In dit verband is ook van belang de nota die door het Ministerie van Binnenlandse Zaken namens het kabinet is uitgebracht over zaken betreffende regionaal bestuur en waar de staatssecretaris van B.Z. nu ook de mogelijkheden heeft gèopend om per regio invulling te geven aan nieuwe bestuursmogelijkheden. Het is niet helemaal juist, tenzij men het anders bedoeld heeft, als men stelt dat wij nog steeds in afwachting zijn van de schriftelijke reaktie van het Provinciaal Bestuur op de nota positionering. Een goed verstaander heeft maar een half woord nodig. Duidelijk' is dat we nu op de goede lijn zitten. Dat wil niet zeggen dat we op onze lauweren kunnen gaan rusten, maar dat we in ieder geval op de goede weg zijn en kans hebben om te slagen. De kans die maken we zelf. Het is niet helemaal terecht om nu in dit stadium te zeggen dat men in stadsregionaal verband probeert tot samenwerkingsvormen te komen. Dat zullen we nog wel eens. toetsen als het zover is, als er voorstellen liggen, welke kant dat dat uit zal moeten. Het strookt niet met de opstelling die deze raad eerder heeft gekozen. Dat is terug de'defensie in. Deze raad heeft een aantal jaren terug gekozen voor de aanval. Niet vanuit een strijdvaardige opvatting om anderen te overtroeven, maar wel om samen met anderen te zoeken naar wegen die voor Rijsbergen, maar ook voor de randgemeenten, goed zijn. Het is duidelijk dat waar een Verenigd Europa nieuwe kansen, nieuwe mogelijkheden biedt, ook de positie van gemeenten in een totaal ander daglicht komt te

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1990 | | pagina 63