- 16 - Dhr. Bourdrez. Het college heeft ons recentelijk geïnformeerd over een commissie bestaande uit Breda, Oosterhout, Etten-Leur en 5 kleine gemeenten. Hoe ligt nu die verhouding van die commissie in dit geval? Dhr.v.d.Rij zen; Een praktische vraag, de opdracht is verleend. Wanneer kunnen wij het rapport tegemoet zien en wanneer krijgen wij een afschrift daarvan. Ik heb deze vraag ook al gesteld in de commissie BA. De voorzitter; Meneer Bourdrez, het zijn 2 onafhankelijke zaken. De commissie waar we vanavond over praten is een bestuurlijke commissie, waar bestuurlijke koorden aan vast zitten. Zitting hebben in de commissie voortkomende uit kleine gemeenten geschiedt inderdaad op persoonlijke titel. Straks wordt een advies uitgebracht waarover de bestuursorganen van de betrokken 8 gemeenten autonoom kunnen beslissen. Dhr. Jochems: We blijven de vinger aan de pols houden Mevr.v.d.Bemd wat betreft de kosten. U vindt het nog al een verschil omdat Breda er het meeste voordeel van zou kunnen hebben. Als hij dat heeft gezegd dan heeft hij zich toch verkeerd uitgedrukt. Wij als gemeente Rijsbergen hebben dus wel degelijk voordelen tenminste dat hoopt hij dan dan straks en we hebben er wel terdege mee te maken wat er precies in die Stadsregio omgaat. Het rapport dat half januari verwacht wordt meneer v.d. Rijzen en wat we alleen nodig hebben voor inspraak in de eerste ronde voor de planherziening van het streekgewest zal misschien gunstig uitvallen voor de gemeente Breda maar zeker en vast ook voor ons als kleine gemeente. Als op basis van gelijkwaardigheid een dergelijk rapport moet worden opgesteld dan vindt hij een dubbeltje per inwoner verdedigbaar. Zodra het rapport binnen is zal de raad hierover geinformeerd worden. De raad gaat akkoord met het voorstel van burgemeester en wethouders 9. VOORSTEL TOT HET VASTSTELLEN VAN DE PLANNINGSLIJSTEN 1991-1995 VOOR DE NIEUWBOUW, VERBOUW EN VERBETERING. (Bijlage 108) Dhr. Rietveld: Legt er de nadruk op dat de jaartallen passen binnen de beleidsvisie van Dorpsbelangen. Op zich heeft hij geen problemen met de planning- lijst. Hij vraagt ojc de brief erbij hoort, is dat een integraal onderdeel daarvan, zo ja dat wijst hij wederom op de zinssnede over het A.Z.C. Hij merkt overigens op dat in de commissie door de secretaris een andere zinssnede werd voorgesteld. Hij meent zich nog te herinneren dat de 2 voorzitters met elkaar in konklaaf waren over iets anders en vermoedelijk de opmerking van de secretaris niet gehoord hebben. Blijkbaar is het om die reden weggevallen of het was om een andere reden

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1990 | | pagina 29