Het kan namelijk niet zijn dat voor elk café een politieagent wordt geplaatst. Dat is ook niet de bedoeling. Het zou de aardigheid van een café aardig terugbrengen en zeker de mogelijkheid van artikel 26 het bekende blaaspijpje aan de deur lijkt me niet verstandig. Iedereen is verstandig genoeg om er op een goede manier mee om te gaan. Het is ook zo dat daar zeer terughoudend mee wordt omgesprongen. Dat betekent dat de lijn die gehanteerd wordt m.b.t. het beheersen van zaken die niet aanvaardbaar zijn, de verantwoordelijkheid voor het gebeuren in en direct voor de horecaonderneming wel degelijk een verantwoorde lijkheid is van de ondernemer. En daar waar hij in de handhaving te kort schiedt kan hij een beroep doen op de sterke arm maar de zaak is zeker niet omgekeerd. Hij denkt hiermede voldoende te hebben aangegeven hoe deze verordening in relatie moet worden gezien m.b.t. handhavingsbeleid van onder nemingen. Diegenen die daar verder nog in geïnteresseerd zijn verwijst hij naar de toelichting die door de afdeling is gemaakt m.b.t. de ver schillende opmerkingen die gemaakt zijn. Dhr.v.d.Sande: Graag nog een toelichting op artikel 13. De voorzitter: De bestaande legesverordening is van toepassing. Als er vergunningen worden afgegeven dan worden op basis van die verordening leges geheven.' Dhr.v.d.Sande: Artikel 33, lid 5, over die schorsende werking, daar had ik graag een toelichting op. De voorzitter: Dat zijn de bepalingen die m.b.t. de rechtsgang algemeen verbindend zijn dat op het" moment dat er sprake is, in dit geval van weigering, die zaken gewoon lopen. Het wil dus wel zeggen dat de hele normale beroepsprocedure doorlopen wordt. Dhr.v.d.Sande: M.b.t. de overdraagbaarheid, lid 3 punt b wat de Kamer van Koophandel ruimschoots naar voren haalt. Het gaat om de economische belangen daarin. U schrijft duidelijk het is voor de bestaande ondernemingen. Voor nieuwe ondernemers zijn straks de nieuwe voorschriften van toepas sing. Dat kan zwaarwegend zijn. De voorzitter: Nee, daarnet heeft hij al aangegeven dat op het moment dat er sprake i van overdracht van exploitatie dat er wat ons betreft niets in de weg wordt gelegd. Dhr.v.d.Sande: Dus als de ondernemer dezelfde aktiviteit in het zelfde bedrijf voort zet, en hij voldoet aah alle faciliteiten dan zijn er geen gevolgen?

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1990 | | pagina 21