- 3 - 3. VOORSTEL TOT VASTSTELLEN VAN DE DRANK-EN HORECAVERORDENING EN INTREKKINGVAN DE VERORDENING VAN 19 MAART 1987." (Bijlage 102) Dhr.v.d. Bemd: vorige vergadering is dit raadsvoorstel teruggenomen, of niet behandeld geworden door de raad. Wij hebben nu in ieder geval ruimschoots de tijd gehad om met name het .advies dat uitgebracht is door de Kamer van Koophandel grondig te bestuderen. Het advies spreekt voor zichzelf, dat is duidelijk. Toch meent het college dit advies naast zich neer te moeten leggen en vast te houden aan de opzet zoals die verwoord was in de raadsvergadering van september jl. W.B. vindt het vreemd dat het college daar aan vasthoudt. W.B. verzoekt het college uiteen te zetten waarom zij het advies van de Kamer van Koophandel niet in het raadsvoorstel heeft opgenomen. Uit dit advies blijkt dat Rijsbergen voort kan gaan met de verordening. Over artikel 6 is door mevr.v.d. Bemd schriftelijk een vraag gesteld in de commissie BA. Artikel 12 onderdeel 3, het niet of niet tijdig nemen van een beschikking staat gelijk aan een beschikking tot weigering van het gevraagde. W.B. zou het erg klantvriendelijk vinden als in een dergelijke situatie een schriftelijke bevestiging naar de betrokkene zou uitgaan en niet als een termijn verstreken is de weigering in te laten gaan. Artikel.6, punt b, met 18 jaar is men toch volwassen Dhr.v.d. Sande: het voorstel tot aanpassing van de drankverordening is duidelijk. Het gaat om de opvatting bestrijding van ontoelaatbare zaken en aantas tingen van het leef- en woonmilieu. Enkele, opmerkingen in het raadsvoorstel richting Kamer van Kóóphandel. Zie artikel 13 in het raadsbesluit. Burgemeester en wethouders verlenen ambtshalve, binnen twee maanden na het in werking treden van deze verordening, vergunning als bedoeld in artikel 7 aan de op het tijdstip van in werking treden van deze verordening reeds gevestigde ondernemers. Zijn daar kosten aan verbonden of voorwaarden, hoe worden die verleend Artikel 33 lid 5, Dit is voor D.-B. een onduidelijk en vaag artikel. Misschien dat de voorzitter daar een nadere toelichting op kan geven. Nog een probleem, wat ook de Kamer van Koophandel aanhaalt in deze verordening nl. het vestigingsbeleid. Op een pand rust een bestemming en t.z.t. zal het bedrijf door derden worden overgenomen. D.B. ziet problemen wanneer de overdraagbaarheid zoals die nu gesteld is niet nader toegelicht wordt of omschreven wordt. D.B verzoekt om een verklaring omdat er onduidelijk geantwoord wordt door het college t.a.v. de opvatting van de Kamer van Koophandel. Het aantal vestigingen is er, de panden zijn bekend, de ondernemers ook maar op een gegeven moment gaat men een bedrijf eindigen. Men spreekt duidelijk over een stukje kapitaalsvernietiging en dat ziet hij in dit stuk ook naar voren komen. Vandaar de vraag aan het college of de nieuwe ondernemer die het overneemt dezelfde rechten krijgt als de huidige ondernemers mits hij als toekomstige ondernemer aan alle faciliteiten en voorschriften van Kamer van Koophandel enz. voldoet.

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1990 | | pagina 17