- 38 - Met betrekking tot zijn opmerkingen gemaakt aangaande het indienen van i reacties van de fractiesgeef ik te verstaan dat ook wij daar de nodige moeite mee hebben gehad. Dat is helaas ook aanleiding geweest voor wat misverstanden. Wij komen daar op terug als wij m.b.t. een aantal zaken nog eens proberen het op een rij te krijgen. Aangaande de voorlichting herhaal ik, dat we pas dan beginnen met een eigen voorlichtingsbeleid nadat de raad'daarover z'n visie kenbaar heeft gemaakt. Gisteren heb ik al gezegd om daar a.s. donderdag mee te starten. Dit houdt feitelijk in dat van de fracties verwacht wordt, dat zij criteria aandragen waarbinnen een voorlichtingsbeleid zal moeten worden ontwikkeld en waar in een later stadium van een konkreet voorstel ook de mogelijkheid is, om te toetsen of daaraan voldaan wordt. DhrvdBemd u heeft inderdaad bij uw beantwoording dat verzoek gedaan aan de fracties. Ik wil er echter nog eens op wijzen, gezien de tijd die de raadsleden ter beschikking hebben, om deze zaak nog een maand mee verder door te nemen, zodat de fracties alle tijd hebben om zich daarover te beraden. De voorzitter: het volgende is de bedoeling. We praten over voorlichting naar derden, dus naar de bevolking toe. Wij willen niet aan de hand van een discussie in de commissie B.A. een kompleet raadsvoorstel maken. Ik zou willen voorstellen om a.s. donderdag een aanzet te doen voor het formuleren van criteria waarbinnen e.e.a. ontwikkeld zou moeten worden. Dat desnoods nog een keer behandelen in de vergadering van december. Dat de raad, aan de hand van overeenstemming, consensus in de commissie B.A. vervolgens de criteria officieel vaststelt. Als we dan later met een konkreet uitwerkingsvoorstel komen, wordt voorkomen dat men in een spraakverwarring terechtkomt en zegt het zo niet bedoeld te hebben. MevrvdBemd dat is inderdaad wat mijn fractiegenoot bedoelde te zeggen. De voorzitter: daar zijn we het dan over eens. Ik denk dat dat soort tweetrapsraketten ook bij andere voorstellen van enige importantie zal moeten gaan plaatsvinden. Gewoon om te voorkomen dat we in de eindfase met elkaar in de slag gaan en zeggen zo hebben we dat niet bedoeld. Dus eerst het formuleren van randvoorwaarden, deze door de raad officieel laten vaststellen en dan de voorstellen door het ambtelijk apparaat laten uitwerken. Dat kan leiden tot een aanzienlijke besparing van tijd, energie en alles bij elkaar ook geld. Met betrekking tot de positionering is eerder aangegeven dat er een duidelijke relatie ligt met wat daar in verwoord is en datgene wat thans in de begroting is vertaal,d. Dat wil niet zeggen dat het tot in de finesses is vertaald. Ook op dat punt zal nog nader overleg met uw raad moeten plaatsvinden. Aangaande het Halt-projekt is uit de eerste instantie begrepen dat door Dorpsbelangen werd voorgesteld om het projekt struktureel op te nemen in de begroting 1992. Gisteravond heb ik toegezegd dat er bij de opstelling of de voorbereiding van de begroting 1992 op terug wordt gekomen. Er zitten namelijk, gelet op een aantal ontwikkelingen, meerdere facetten aan vast die het in een iets ander daglicht stellen dan tot voor kort het geval was.

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1990 | | pagina 134