- 37 - De voorzitter: ■je kunt best praten over dat mag erin komen, maar dan moet je ophouden met te stellen van dit moet gebeuren en dat en dat. Dat zal 'betaald moeten worden. Vandaar ook dat we hebben gezegd dat het niet zo verstandig is om nu zo rigoureus met een en ander om te springen. Elke fractie kan nog volledig aan zijn trekken komen wanneer we de zaak heroverwegen op termijn. En dat heeft met name, zoals eerder gezegd, betrekking op heroverweging aan de uitkomstenkant, waar je je beter niet zodanig krap zet en vervolgens medio volgend jaar met de handen 'in het haar zit. De tarieven moeten voor 1 januari vastgesteld worden. Wij achten het onverantwoord zover te gaan als door het C.D.A. is voorgesteld. Dhr. Bourdrez: met alle risico's vandien, moet ik toch een punt onder uw aandacht brengen. Nu ga ik nog even terug naar die commissievergaderingen van rekening en begroting waar Mevr.v.d.Bemd geen enkel woord van waardering voor heeft. In een van die commissievergaderingen is aan de orde geweest, toen we technische zaken bekeken, een post van 1,2 miljoen voor dorpsvernieuwing, dorpsplan. Gegeven het feit dat er al een miljoen in die pot zat en gegeven ook het feit dat er een paar maanden daarvoor discussies zijn geweest waar u zich ook achter heeft gesteld om die reserve bodemsanering niet verder te verhogen. Dat nu in beschouwing nemende heb ik, misschien ongelukkigerwijze, het voorstel gedaan om het kopje bodemsanering maar te veranderen in stads en dorpsvernieuwing. Het hele college heeft er zich volmondig achtergesteld. Nou komt in die tussentijd ons ter ore dat we geen 55 miljoen meer voor Brabant Chemie moeten betalen, maar dat dat maar 32 miljoen wordt. We weten de termijn helemaal nog niet. Dan zou ik van uw kant het allereerst verwachten dat u zegt dat die suggestie van het C.D.A. erg ongelukkig is geweest. We draaien die terug naar bodemsanering. Dan hebben we daar in ieder geval al 2,2 miljoen staan, plus een beetje reserve hier en daar en dan komen we gerust aan onze trekken. Maar zelfs dat gebeurt niet, dan gaat u alles weer doorschuiven naar een heroverweging. Ik moet u er toch op wijzen dat we nu met, een autorisatie-begroting bezig zijn. We moeten die vaststellen op de huidige gegevens. De voorzitter: ik stel vast dat namens het C.D.A. is gezegd dat ze tegen het college-voorstel zijn. Ik heb kennelijk geen kruit meer te verschieten om ze tot andere gedachten te brengen. Dhr. van de Rijzen heeft een duidelijke knip gemaakt m.b.t. de ontwik kelingen van de laatste dagen. Hij heeft met name gezegd dat we de ogen inderdaad niet kunnen sluiten. Hij heeft erop gewezen en daar draait alles om, dat de goede financiële positie van de gemeente Rijsbergen nu, maar zeker ook voor de toekomst, moet worden behouden. Hij heeft min of meer ingestemd met de heroverwegingen maart 1991, maar daar wel een kanttekening bij gemaakt door te zeggen dat men in ieder geval de ruimte moet houden en reserveren voor. Ik denk dat hij daar gelijk in heeft en dat is precies datgene waar we op aan willen sturen. Gelet op de tijd is het ook haalbaar dat men in maart 1991 aan de hand van de voorjaars—notitie die ruimte opnieuw kan bestemmen. Meer hebben wij daar ook niet mee bedoeld. Wat dat betreft zijn we erg gelukkig dat dhr. van de Rijzen dat nog eens een keer zo nadrukkelijk omschrijft. v

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1990 | | pagina 133