- 30 - U heeft het ook over de controle op het grootschalig bedrijventerrein Hazeldonk. Deze vindt daar ook plaats. Buiten die controle vestigt de politie in deze ook haar aandacht op Hazeldonk door surveillance, want zij hebben ook mogelijkheden in het kader van hun handhavingsbeleid. Ik hoop dat ik hiermee de opmerkingen of vragen in tweede instantie gemaakt door de partijen naar genoegen beantwoord te hebben. De voorzitter: als laatste onderdeel de zaken die nog beantwoord moeten worden in algemene zin en op het stuk van de financiën. Als ik het geheel overzie, hoe de tweede termijn door de verschillende fracties is gestart, dan varieert dat van verbazing, ook instemming, verrassing en onduidelijkheid, grote zorg, ergernis enz. Die rij zou best nog aangevuld kunnen worden en dat geldt ook van onze kant. Ik denk dat we wat dat betreft weer helemaal thuis zijn en dat we de kaarten maar opbergen en niet langer moeten zwarte pieten. We zullen zoals we dat gewend zijn en dat is een goede jarenlange traditie in deze raad, terugkeren naar de realiteit. In die context wi.1 ik een opmerking maken met betrekking tot, wat ik ook al. in eerste instantie heb proberen duidelijk te maken, het functioneren van het besluitvormingsproces in onze raad, ook al door enkele uwer aangehaald, in relatie tot wat we in 1986 op basis van de nota bestuurlijke organisatie in gang hebben gezet. We hebben daar behoorlijk wat vorderingen mee gemaakt. Nu zitten we kennelijk in een proces en ik heb gister gezegd dat dat bestuurlijke proces moet gaan sporen met het proces van de ambtelijke organisatie. Het college trekt de conclusie dat er dezer dagen toch grote zorg bij ons is ontstaan of dat proces in een zeer kritische fase is terechtgekomen. Vandaar dat ik zeg de kaarten op te bergen en niet langer te zwarte pieten, maar gemeenschappelijk daar een conclusie aan te verbinden. Aan de hand van deze ervaringen is het hoogst noodzakelijk om, als het kan en als u het wenst, in de commissie bestuurlijke aangelegenheden een aanzet te maken voor een evaluatie. Ik denk dat dan een hoop zaken, die nu omschreven zijn met niet al te plezierige benamingen, toch in een wat duidelijker en beter verstaanbaar geheel kunnen bijdragen aan het goed functioneren van het bestuur van Rijsbergen. We moeten aan de andere kant ook niet zo meewarig doen of dat dat zo bijzonder is. Als u de kranten op een wat grotere schaal volgt en de beschrijvingen leest van de diverse behandelingen algemene beschouwingen in heel wat gemeeteraden dan is er best een parallel te vinden. Je kunt dan zeggen waarom zouden we dan treuren, maar we zijn in eerste instantie verantwoordelijk voor onze eigen handel. Vandaar dat ik de relatie gister zo heb benadrukt tussen de verschillende bestuurslagen, de nota bestuurlijke organisatie en de processen waar we op dit moment midden in zitten. Het zal ook u opgevallen zijn dat in de beantwoording in eerste instantie en ook in tweede instantie van de zijde van het college heel wat toezeggingen zijn gedaan. Er is gevraagd dat op een rij te zetten en ik denk dat het precies klopt binnen datgene wat u terug kunt vinden in de nota bestuurlijke organisatie. We moeten een soort van voortgangscontrole-systeem inbouwen met betrekking tot ons eigen handelen. Dat moet naar mijn idee ook inhouden dat daarin een planning wordt opgenomen op welk moment, in welke commissie of in de raad, bepaalde zaken spelen. De secretaris en ik hebben al een discussie gevoerd over hoe we dat aanpakken en gelet op wat dezer dagen in deze zaal zich. heeft voorgedaan, is er alle aanleiding toe dat met elkaar door te spreken. Daarmee wil ik niet zeggen zoals ik in eerste instantie heb gezegd, daar aanstaande donderdag aan te beginnen, maar ik zou daar donderdag een kort moment aan willen wijden.

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1990 | | pagina 126