- 28 - Wethouder Utens: ik dacht dat door de portefeuillehouder financiën, tijdens uw interruptie /ook al een opmerking gemaakt is over wat in de procedure dien aangaande noodzakelijk is. Het standpunt en de mening van het college is wat dat betreft duidelijk. Mevrouw van den Bemd: ik ben blij dat u, naast het soort bijkomende kosten door mij aan u aangereikt die mogelijk kunnen spelen, ook nog iets aanhaalt. Ik heb het uitdrukkelijk gedaan met de bedoeling u erop te wijzen dat er inderdaad een aantal bijkomende kosten zullen spelen zonder dat ik daar het totale overzicht over heb. Ik denk dat dat goed op een rijtje gezet moet worden om niet voor een voldongen feit of voor verrassingen te komen staan. Dat is de bedoeling van mijn citaat van vanavond geweest. Wethouder Utens: uw bedoeling is heel duidelijk mevrouw van den Bemd. Het college kan zich daar in vinden. We hopen u in de commissievergadering zo volledig mogelijk voor te lichten aangaande Brabant Chemie. We sluiten zeker niet de ogen voor de situatie zoals die op dit moment reeds bekend is. Ik ben het met u eens dat de erkening van de minister waarop we jaren hebben zitten te wachten toch een behoorlijk gewicht in de schaal legt. Overige opmerkingen aangaande milieubeleid. Mevrouw van den Bemd heeft het over de milieu-technische zaken en welke bestemmingen we daaraan geven. Ik heb u gisteravond aangegeven dat we daar in het milieubeleidsplan, dat heeft u in de beantwoording van het college in eerste termijn kunnen lezen, rekening mee houden. Qua uitvoering zullen we daar in de commissie nader van gedachten over wisselen aangaande beleidsstrategie en prioriteitstellingen. Ik pak dan ook even de opmerkingen van de heer van de Sande erbij. Die heeft het over een aktie tankslag, over een composteringsterreinIk denk dat we dat in zijn totaliteit in het hele milieubeleidsplan moeten zien en niet even wat losse onderdelen. U hecht altijd heel veel waarde aan beleids notities en meerjaren-planningen. Ik wil u er ook op wijzen dat wij als college gehouden zijn, wat ook aangegeven is in de beantwoording, aan de ten uitvoerlegging benodigde menskracht op dit moment. Dat speelt dus ook een wezenlijke rol en de daaraan gekoppelde prioriteitsstelling, die wij ook gezamenlijk in dat traject zullen moeten bepalen. De opmerkingen over het chemisch afval doet u mij schriftelijk toekomen. De inzameling K.C.A. heb ik gisteravond al uitvoerig behandeld en ik kom daar in de commissie nog op terüg.De opmerkingen van de heer van de Sande namens de fractie Dorpsbelangen aangaande de milieu-technische samenwerking. Er is niets opgezegd, u heeft me dan verkeerd begrepen, maar ik zal nog een poging wagen. Begin dit jaar hebben wij een raadsbesluit genomen inzake de milieu-technische samenwerking zoals die ons voorgehouden werd door het stadsgewest. Dat hield in dat een drietal centrum-gemeenten te weten Oosterhout, Etten-Leur en Breda, daar invulling aan zouden gaan geven qua personeel. De omliggende gemeenten, in die clusters ingedeeld, zouden een bijdrage (in het kader van de Berenschot-gelden te verkrijgen) aan die centrum-gemeenten doen toekomen en vervolgens daar een aantal uren van af nemen. Dat was afspraak en in het geval van Rijsbergen g.ing het om 100 uur. Zeer recent heeft echter binnen het overleg van de portefeuillehouders van het Stadsgewest een discussie daarover plaatsgevonden en ik heb daar kort geleden met mijn collega van Etten-leur over gesproken.

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1990 | | pagina 124