- 26 -
Dhr, van de Sande;
ik heb alleen bedoeld het onderdeel warme maaltijden. Ik wist niet 'dat
daarvan mededeling gedaan was in de commissie welzijn.
Wethouder Utens:
de andere commissieleden kunnen dat beamen.
Even terugkomend op de tijsplanning van dhr. van de Rijzen en op de motie
welke mevr. van de Bemd voorlegt. Ik kan u zeggen dat het college de
intentie van de motie kan overnemen. Ik zou u toch willen verzoeken om die
discussie terug te voeren naar de commissie welzijn en milieu, zodat we daar
inhoudelijk over kunnen praten. Ik heb u gisteravond ook aangekondigd
initiatieven in die richting te zullen ontplooien. Ik kan u nu al toezeggen,
dat wij voor die datum met een startnotitie op minimabeleid naar u toe
zullen komen en dat wij daadwerkelijk en concreet in 1991 invulling kunnen
gaan geven aan het minimabeleid. We zullen ons wat dat betreft en ook
aangaande het eerder aangehaald ouderenbeleid, de nodige zorgvuldigheid aan
moeten meten. Op de opmerkingen van dhr. van de Sande, aangaande de
welzijnsnotitiede knelpunten e.d., komen we nog terug. Ik denk dat het
verstandig is de hoorzitting af te wachten en niet vooruit te gaan lopen op
de feiten. We hebben een procedure met elkaar afgesproken. U blijft
volharden in uw hap-snap beleid. We hebben daar in drie commissies over
gesproken en ik heb nimmer van u de opmerking gehoord dat u het niet met de
procedure eens was. Ik vind dit niet correct.
Dhr, van de Sande:
ik heb alleen een opmerking gemqakt ten aanzien van de initiatieven die
genomen zijn mede door de diverse fracties. Daar is ons inziens te weinig
weerwoord op gekomen en we zijn nog niet afgerond. Tot op heden vind ik dit
een hap-snap beleid.
Wethouder Utens:
een hap-snap beleid is een ad hoe beleid. Hier zit duidelijk een structuur
achter die met u doorgesproken is. Er is een procedure over afgesproken. We
gaan verenigingen horen, komen vervolgens terug naar de commissie en dan
zullen opnieuw alle elementen ingebracht worden. Ik blijf toch met u van
mening verschillen. Dat geldt evenzeer voor de door u aangehaalde jumelage.
Ik heb daar ook in de commissie nadere toelichting op gegeven. Die zaak
zullen we nader onderbouwen naar u toe. Ook daar heb ik met u een afspraak
over gemaakt. Ik wil nog even een opmerking maken aangaande de door u
geplaatste opmerking betreffende de bestuursovereenkomst met het A.Z.C..
Ik wil u er toch aan herinneren dat wij in maart-april van dit jaar met
elkaar een afspraak gemaakt hebben bij raadsbesluit. Daarin is aangegeven
dat uw raad middels een motie het college een opdracht gegeven heeft om in
nader overleg te treden met het Ministerie van W.V.C. over de ontstane
situatie. Ik heb u daarvan bericht in de commissie. Wat dat betreft is de
zaak gewoon helder en duidelijk zoals ik hem ook gisteravond aan u heb
verwoord. Conform dat raadsbesluit wordt gehandeld op dit moment. We hebben
elkaar daarover geïnformeerd in de commissievergadering. Er is geen enkele
reden om daar wijziging in aan te brengen. We hebben als partij gesproken
conform de opdracht van de gemeenteraad. Op het moment hebben ik en het
Ministerie niets anders te doen dan ons te conformeren aan de gemaakte
afspraak. Die luidt dat wij, alvorens daar nader over te spreken, ons zullen
beraden, nadat de bodemprocedure afgewerkt is.