- 23 -
Wethouder Jochems;
het college staat daar niet afwijzend tegenover. Laten we ook dat gedeelte
doorschuiven naar de commissie grondzaken om daar dan uitgebreid over te
discussieren.
Dhr. Rietveld:
ik heb u ook gevraagd om een inventarisatielijst en als u het daar op
plaatst, zal het ongetwijfeld aan de orde komen.
Wethouder Jochems:
u heeft gevraagd of u in een vroegtijdig stadium inzicht krijgt over het
schetsplan van de Hooiberg. Ik heb u gisteren gezegd dat het V.A.C.
uitvoerig advies heeft gegeven over het plan Hooiberg en we zullen dit op
vrij korte termijn in de commissie grondzaken aan de orde stellen.
Er zijn nogal wat toezeggingen door het college gedaan aan u, aangaande mijn
portefeuille. Door de heer van de Rijzen is gevraagd of we dat bij de
mededelingen in een commissievergadering niet eens kunnen bespreken. Dat
kan, maar niet allemaal tegelijk, want er draait nogal wat in mijn
portefeuille. Het ambtenarenkorps kan dat op vrij korte termijn zeker niet
verwerkt krijgen. Ik zeg u toe namens het college dat dat in de loop van de
tijd op de rol komt, maar u kunt niet verwachten dat u bijvoorbeeld in de
commissievergadering van december alles al keurig netjes aangeboden krijgt.
Dhr, van de Rijzen;
dat was de bedoeling ook niet wethouder. Als u ons de actuele zaken
regelmatig meedeelt, elke maand, dan blijven we bij. Er komt zo geen
achterstand en geen lijst.
Wethouder Jochems:
akkoord. Dat kan ik u toezeggen.
Er zijn opmerkingen gemaakt over ruiling van gronden aan de Conijnsberghen
met gronden in de Hooiberg. Dat kan best maar voor ruiling moet je met twee
zijn. In de planprocedure hebben we invloed op de Conijnsberghen gehad. Het
V.A.C. heeft daar een uitstekend oordeel over gegeven. De inspraakprocedure
is geweest. De gronden zijn echter niet van ons. De grondprijzen zullen
daarom ook verschillen met die welke wij hanteren en die welke daar
gehanteerd worden. Ik wil het best op me nemen dat te bespreken met de
eigenaar en ontwikkelaar van het plan Coni jnsberghen om te zien of er
mogelijkheden zijn om dat uit te voeren, maar het college legt zich er niet
op vast om daar zorg voor te dragen.
Dhr. Rietveld:
ik ben blij met deze opmerking. We hebben niet gevraagd of u zich daar op
vastlegt. We hebben het u ter overweging meegegeven. Van het grootste belang
is de ligging van het plan in het hart van Rijsbergen. Ik denk dat het zeer
verstandig is dat we zelf exact kunnen bepalen wat daar gaat gebeuren. We
horen graag het resulaat van deze toezegging.
Wethouder Jochems:
ik heb naar aanleiding van de vragen die ik in tweede instantie heb gekregen
opmerkingen gemaakt en zou willen vragen aan de voorzitter of ik nog vragen
van de raadsleden moet beantwoorden die ik vergeten ben.