- 14 -
De voorzitter:
wilt u hier nog nadere uiteenzetting over hebben?
Dhrvan de Sande
er is gesteld gelijktrekken. U reageert met rampzalig. Daar wil ik graag
uitleg over.
De voorzitter:
daar kom ik graag op terug.
Dhr, van de Sande:
de vergelijking van Rijsbergen met Europa 1992 is ons inziens een
vergelijking met appels en peren. Laten we dicht bij huis blijven en laten
we ons zoveel mogelijk vergelijken met referentie-gemeenten in Brabant.
Positionering Rijsbergen staat vast. De meerderheid van de raad heeft daar
de goedkeuring aan gegeven, echter wel onder voorwaarden dat uitwerking en
de randvoorwaarden steeds teruggekoppeld zullen worden naar de raad. Het
moge geen vrijbrief zijn voor het college. De raad is nog altijd het hoogste
bestuurscollege van onze gemeente.
De voorzitter:
we hebben toch niet anders beweerd.
Dhrvan de Sande
de suggestie gisteren was toch de kant op van dat je in principe toen ja
hebt gezegd en je eigenlijk niet meer terug kunt.
De voorzitter:
dan heeft u het verkeerd begrepen. Ik ben mijn betoog begonnen met de
posities aan te geven van raad, college en de onderlinge verhoudingen. Hoe
die zich met elkaar dienen te verdragen. Daarbij heb ik nadrukkelijk
onderstreept dat de raad op de hoogste positie zit, de beleidslijnen
aangeeft en dat binnen die lijnen het college verdere uitwerking geeft en
vervolgens die zaken v^eer aan de raad voorlegt. Zo kan getoetst worden of de
voorstellen met nadere uitwerking voldoen aan de door de raad vastgestelde
randvoorwaarden. Dan is de cirkel weer rond.
Dhr, van de Sande:
dat is juist. Ten aanzien van de positionering Rijsbergen deed u het
voorkomen van: de keuze is gevallen en wij gaan door en niet teveel zeuren
over randvoorwaarden.
De voorzitter
als u mijn tekst zult nalezen zult u dat geenszins eruit kunnen halen. U
heeft misschien gedacht dat ik dat zou gaan zeggen, maar ik heb het niet
gezegd.
Dhr, van de Sande:
u heeft nu wederom beweerd dat het niet zo is en dat is heel duidelijk.