g -
een consistent volkshuisvestingsbeleid, zodat men daar in elk geval in mee
kan blijven spreken en mee kan blijven beslissen als gemeente en dat het
niet allemaal overgeheveld wordt naar de stadsregio's.
In hoeverre acht het college het mogelijk om een clausule in de nota in te
bouwen die voorziet in een evaluatie en eventueel een bijsturing als in de
toekomst mocht blijken dat er toch bepaalde onderdelen ergens bijgestuurd
zouden moeten worden. Die 6100 inwoners waarover men spreekt is een
prognose, maar geen absoluut gegeven. Dit aantal zou best wat af kunnen
wijken, naar beneden of naar boven is op dit moment nog niet duidelijk.
Terugkijkend naar de vergrijzing waarmee Rijsbergen geconfronteerd wordt.
Het zou zo uit kunnen vallen dat Rijsbergen heel erg haar best moet blijven
doen om juist in de jongerensector ook wat extra binnen te halen, zodat er
voldoende evenwicht is tussen jong en oud, waardoor inderdaad met plezier
gewoond, geleefd en gewerkt kan worden in Rijsbergen.
Dhrv.d.Sande
Hij betreurt het dat zijn partij geen schriftelijke reaktie van het college
heeft ontvangen op de brief, waarom zij dringend gevraagd hadden.
De nota is zeer belangrijk voor de gemeente Rijsbergen als zodanig.
In 1988 is er een unaniem besluit genomen over de bovenlokale aktiviteiten
van Rijsbergen. In dat raadsbesluit is nimmer gesproken over hetgeen wat
hier vermeld staat, toetreding tot de stadsregio. Men spreekt hier over een
beleidsplan. Het is een toekomstplan en dan kijkt men vooruit, erg ver
vooruit zelfs. Meerdere malen is er in dit huis gesproken over: waarheen met
Rijsbergen Nu in 1990 komen er concretere plannen.. Fractie Dorpsbelangen
heeft als uitgangspunt bij een dergelijk beleid na te gaan en een pas op de
plaats te maken en te evalueren, waar staat Rijsbergen anno 1990, waar stond
men in 1980 en waar wil men naar toe in het jaar 2000. De getallen die de
rapporten weergeven t.a.v de afgelopen 10 jaar en waar men nu heen gaat,
liggen in dezelfde procentuele verhoudingen. Doch, binnen de gehele
filosofie van de gedachten waar men met een beleidsplan naar toe gaat, moet
men kaders aangeven waarbinnen men een toekomstig beleid wil gaan voeren.
Beleid maken is vooruitkijken, lijnen uitzetten waarbinnen men kan opereren
en waar men eventueel plaatselijke bestuurders, regionale, provinciale en
bestuurders van de rijksoverheden aan kunt spreken. Dit heeft hij gemist in
de nota. Dorpsbelangen had gehoopt dat in het plan een visie gegeven was.
Dat was mogelijk geweest want dit stuk positiebepaling Rijsbergen is toch
enigs'zins een aanvulling op de nota Dorpsplan en de ontwikkeling t.a.v.
expeditiecentrum Hazeldonk. Het zijn 3 rapporten binnen anderhalf jaar. Dus
Dorpsbelangen mist het volledige beleidsplan. Het karwei is niet afgemaakt
met deze,nota. De manco's liggen volgens Dorpsbelangen in de bestuurlijke en
ambtelijke organisatie m.b.t. de stadsregio. De invulling t.a.v. de ver
houdingen tussen de grote en kleine gemeenten is niet aangegeven. Het
woningbouwbeleid. Over de financiële kaders is niet gesproken. Waarom
Rijsbergenin de overlegnota "Brabant op Streek" buiten de stadsregio
gelaten is wordt wel duidelijk vermeld nl. de bufferzone tussen Breda en
Rijsbergen is een gebied met een hoge natuurlijke en landschappelijke
waarde. De tegenreactie van de rapporteurs daaromtrent wordt vaag om
schreven. De positieve punten in het rapport worden wel duidelijk
meegegeven, o.a. het toekomstig beleid t.a.v. de land- en tuinbouw binnen de
gemeente Rijsbergen. De groei waarop men Rijsbergen de komende 10 jaar wil
enten. Een inwoneraantal van om en nabij de 6000 waar al meerdere malen over
gesproken is in eerdere discussies gehouden binnen dit huis en waar de
fractie Dorpsbelangen achter staat binnen de grenzen tot de jaren 2000.
De werkgelegenheid van het project Hazeldonk, expeditiecentrum is duidelijk
weergegeven. Ook wordt er een duidelijke verklaring gegeven over de
getallen, waar eerder vele discussies over gevoerd zijn, 1000 of geen 1000.
Alleen de prijs daarvoor is hoog. De waarborgen, omtrent de zaken waar de