- 5 -
als men zou kunnen aangeven dat dit op snelle termijn komt. Hij stelt voor
dat wij met een maand of twee naar de commissie Financiën kunnen toekomen om
daarover nader van gedachten te wisselen en ook met een financiële
onderbouwing te komen alvorens wij inderdaad ook die enquête zullen gaan
houden. Het zou ook mogelijk zijn dat wij die termijn van 2 maanden
aanzienlijk kunnen verkorten juist ook tegen de achtergrond van een aantal
situaties die zich nu hebben voorgedaan.
Hij wil de uitdaging graag aannemen om de factor H verder te onderbouwen.
Dhr. Vogels vraagt of de voorzitter denkt, aan de hand van gegevens die nu
ter beschikking staan, dat dat bedrag f 1500,zal zijn.
De voorzitter antwoordt dat wij daarop uit kunnen komen omdat inmiddels
steeds meer duidelijk wordt dat een kabelnet geen pretvoorziening is, maar
in toenemende mate een nutsvoorziening wordt, en dat we met die
benaderingswijze een sluitend geheel kunnen maken.
Dhr. Vogels zegt dat het ook in het kader van de voorlichting een extra
dimensie is.
Hij denkt dat 2 maanden wachten wel lang is voor die mensen waar de mast is
omgewaaid. Hij denkt dat het daarom erg belangrijk is dat er op zo'n kort
mogelijke termijn daar enige duidelijkheid over komt. Want het is een beetje
onzin om die mensen nu weer op kosten te jagen terwijl er over een week een
mogelijkheid aangeboden wordt om aan te sluiten op de kabel voor f
1500,Waarbij het dan duidelijk moet zijn voor die mensen dat het niet zo
is dat er binnen 2 maanden die centrale antenne ligt.
De voorzitter antwoordt dat wanneer de mensen op termijn zouden weten
wanneer het mogelijk zou zijn, dan kan men met noodvoorzieningen ook
volstaan.
Dhr. Vogels wil verzoeken om dit dan niet binnen 2 maanden maar binnen 2
dagen te doen.
De voorzitter zegt dat wij elkaar binnen veertien dagen weer informeel
zullen ontmoeten, en hij denkt dat wij in dat project eens een ernstige
poging zouden moeten doen^ om dat wat gedetailleerder uit te werken en
informatief aan de raad voor te leggen. Wanneer de raad daar in grote lijnen
mee kan gaan, dan denkt hij dat wij daarin zelfs heel slagvaardig kunnen
zijn.
Dhr. Vogels vraagt of het dan misschien goed is om toch de mensen in ieder
geval op de hoogte te brengen dat er sterk in deze richting wordt gedacht.
De voorzitter zegt. wanneer dat de mening is van de heel de raad dan denkt
hij dat wij dat als opdracht mee zullen moeten nemen en heel snel
uitsluitsel hierover moeten geven.
Dhr. Vogels merkt op dat dit wel met enige voorzichtigheid moet gebeuren
omdat men de mensen geen valse hoop moet geven.